United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Behoef ik u te wijzen op de instinctmatige vermogens van den herders- of jagershond, van den bloeddog of van den New-foundlander? Van waar nu die verscheidenheid? Het antwoord is niet moeijelijk. De mensch heeft door kunstmatige oefening het een of ander instinct bij den hond meer en meer ontwikkeld, en door de wet van erfelijkheid werd dit instinct bestendigd.

Vóor Henk gehuwd was, had hij, rustiger en huiselijker dan Paul, zich ook beter kunnen schikken in het huis zijner oude moeder; al was hij stil, zijn zwijgen had haar nooit geërgerd: het was als de gezellige stilzwijgendheid van een trouwen New-Foundlander, die met zijn slaperige oogen over haar waakte. Zij gevoelde zich zoo veilig bij haar Henk.

Niet lang duurde het of de overige leden van het tooneelgezelschap kwamen ook boven: men zag er een eersten Tenor met een geweldigen zwarten baard en een grooten New-foundlander, een Basso met een taankleurig gelaat en een vleermuismantel om het lijf; een Laruette met een zeer deftig voorkomen, een Seconde amoureuse van 50 jaren met haar man en twee dochters, waarvan de eene regelrecht naar Marseille trok om er lauweren in te oogsten en de andere een kind van vijf jaren was.

De vraag, of wij aan boord zouden eten, werd dus, hoewel niet zonder morren over de traagheid van den voortgang der reis, door de meesten toestemmend beantwoord. Het leed dan ook niet lang, of wij zaten aan den disch, en ik moet zeggen, dat aan de weltoebereide spijzen behoorlijke eer werd aangedaan. Geen der passagiers kweet zich echter zóó dapper van zijne taak als onze New-Foundlander.

En eensklaps, als besloten, zette hij zijn glas neêr, en vatte haar de handen. Kom, meisje, vertel eens, daar is wat, er is wat gebeurd met Betsy, of.... kom, anders ben je zoo vertrouwelijk met me. En hij blikte haar verwijtend toe met zijn soezigen, dommen blik, als van een goedigen New-Foundlander.

Behalve deze artistis dramatiques bevond zich nog een oude Franschman aan boord, voorzien van een wit pokdalig gezicht, een karpoetsmus, een pluisjas, eene dochter en een witten poedel, welke laatste tegen den New-foundlander dien afkeer, met vrees vermengd, scheen te voeden, welke de middelmatige wezens in 't algemeen tegen de meer verhevene bezielt.

Nu, dat hadden wij ook wel aan hem, althans aan zijn New-Foundlander verdiend. Nog zaten wij aan het nagerecht toen inderdaad de Luitenant der Douaniers de groote kajuit binnentrad; een man met een zeer beschaafd voorkomen en een zeer bevallige uniform.