United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gy zult aldaar door geen enkel insect ontrust worden; want de geheele zwerm zal door den reuk van deeze meenigte sterk zweetende menschen benedenwaarts gelokt worden". Ik beproefde oogenblikkelyk dit middel, en sliep byna honderd voeten boven myne medemakkers, welken ik, uit hoofde van de onbegrypelyke meenigte en het aanhoudend gebrom deezer onaangenaame insecten, niet eens bemerken, noch zelfs hooren konde.

Maar in de Coïata is dit zeer merkwaardig, dat zoo dra hy door een snaphaanschoot of pyl gewond is, hy aanstonds zyn poot op de wonde legt, zyn bloed ziet vloeijen, en met behulp van zyne medemakkers, boven op den boom klimt, een droevig geschreeuw makende.

Myne vrienden wenschten my geluk, dat ik nog leefde, na aan zoo veele gevaaren bloot gesteld te zyn geweest; na van alle hulp ontzet, door distelen en doornen van één gereten, door insecten gestoken te zyn; na uitgehongerd, afgemat, en op alle manieren gefolterd te zyn; na dikwils gebrek aan kleederen, geld, ververschingen, of geneesmiddelen gehad te hebben; en eindelyk na het verliezen van zoo veele brave medemakkers, die in dit Land hun graf gevonden hadden.

Maar in de Coïata is dit zeer merkwaardig, dat zoo dra hy door een snaphaanschoot of pyl gewond is, hy aanstonds zyn poot op de wonde legt, zyn bloed ziet vloeijen, en met behulp van zyne medemakkers, boven op den boom klimt, een droevig geschreeuw makende.

Zyne voornaamste kleeding bestaat in een lap catoen, die onagtzaam om zyne schouders geslagen is, hem voor de ongemakken der lucht beveiligt, en hem dient om 'er op te slapen, het welk een iegelyk van hun altoos onder een dekkleed doet, in de somberste plaatsen, welken hy vinden kan, wanneer hy van zyne medemakkers is afgescheiden.

Daarna is Pieter Pietersz., een van onze medemakkers, in 't water gesprongen een stuks weegs verscheiden, dewelke alzo lang onder het water was als ik, waarover Pieter Pietersz. met zijne vingeren een weinig boven 't water speelde; doen zeide Graaf Willem van Vrieslant: Den kerel werd verzoepen; hij en kan hem nigt langer holden.

Zy vertrokken egter allen, met zig voerende de hoofden van myne ongelukkige medemakkers, benevens vyf of zes gevangenen, met de handen agter op den rug gebonden, waar van ik niet meer heb hooren spreeken.

In eene van deeze schermutselingen betoonde een Neger van de muitelingen eene zonderlinge tegenwoordigheid van geest. Een Jager op hem hebbende aangelegd, riep deeze Neger hem toe: "Wel hoe! wilt gy één van uwe medemakkers dooden?"

De dood van één deezer dieren ging vergezeld met omstandigheden, die my beletteden, om immer weêr van deeze jagt gebruik te maken: my in een kano dicht by den oever ziende, hield hy eensklaps op om met zyne medemakkers te springen; en op een tak gezeten zynde, keek hy my aandachtig en met de grootste nieuwsgierigheid aan. Ongetwyffeld zag hy my aan voor een reus van zyn eigen zoort.

Myne medemakkers waren over dit uitstel ter nedergeslagen, en my deedt het herleven.