United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Zou zwaar verguld moeten worden ook zegt Nadaniël, om te herinneren aan de batige saldo's die de Atjehkrijgen gaf. De Heer Jan Pieterszoon Koen, ook figuurlijk voorgesteld door gips, staat voor de Koloniale afdeeling en wijst met zijn rechterhand naar den grond, alsof hij zeggen wil: "Hier is het, de tentoonstelling." Jan Pietersz.

Zijn schrik werd nog grooter, toen de man blijkbaar met zijn antwoord weifelde. »Maar spreek dan toch, Willem Pietersz, spreek dan toch," riep hij uit, stampvoetend van ongeduld en spanning. »Jullie hoeve was de eerste, die in brand gestoken is, Marten," klonk het zacht terug. »Ik vrees, dat een groote ramp je getroffen heeft. Ga niet naar huis, maar vlucht zoo snel je kunt.

Pieter Pietersz, hier overhandig ik je je aanstelling als scheepstimmermansbaas, in plaats van den vermoorden Adriaan Roelofz, op de werf der Admiraliteit van Zeeland." Op deze woorden zonk Pieter op eene knie; ook Martha wierp zich aan de voeten van den Prins en omklemde die. "Mijn weldoener!" stamelde Pieter. "Engel in menschengedaante!" riep Martha. "Stil, stil," zeide de Prins.

Op den vijfden November, terwijl men nog bezig was met water te halen, ging De Ruyters sloep met kapitein Du Bois, Klaas Dirksz, Joris Andringa, schrijver op De Wilds schip Engel de Ruyter, Pieter Pietersz en eenige anderen nogmaals aan het vasteland van Verd, om te visschen.

Behalve zijn goeverneur Zuijlestein, zijn schrijver en Raad Wildertz, zijn kamerdienaar Karel Pietersz en de andere bedienden, bekleedt de Heer van Heenvliet bij hem den post van opperstalmeester, Boreel dien van hofmeester, Bromley, een Engelschman, en Buat, die vroeger reeds als page bij zijn doorluchtigen vader Willem II in dienst is geweest, die van edellieden van zijn huis.

De Admiraliteit van Rotterdam had de "Prinses Louise", gekommandeerd door den schout-bij-nacht Van Nes, met twee andere schepen daarbij gevoegd, en van het Noorder-kwartier waren er insgelijks drie vaartuigen bij de vloot, waarvan het schip "het Noorder-quartier" door den Vice-admiraal Meppel werd gevoerd. Het waren de Vice-admiraal De Ruyter, Klaas Dirksz en Pieter Pietersz.

Karel Pietersz toch had weten te bewerken, dat verscheidene groote Heeren zijn vader de klandizie schonken, en de Prinses, wien de Oranjegezindheid van den voormaligen haarsnijder wel bekend was, had aan Pieter Dirksz eenig geld voorgeschoten, waardoor hij in staat was gesteld, zich het noodige haar te verschaffen en zijn stand te verbeteren. Dat geld had hij sedert lang terugbetaald.

Pieter Pietersz," ging de Prins voort, terwijl hij hem een papier overreikte, waaraan een zegel in was hing. "De Admiraliteit kent je als een kundig timmerman en als een ijverig en bezadigd mensch. Zij kent je als eerlijk en rechtschapen; zij weet dat je den scheepsbouw in den grond verstaat.

En dan nog was ik verzekerd, dat het niet de Compagnie, maar mijn vader zoude zijn, van wien zij die aalmoes zoude bekomen. Heynsz vervolgde zijn lijst: "N°. 3. Men is voornemens te bestelen hedenavond het pakhuis van de Wed. Pietersz en Comp. Een der dieven heeft zich laten opsluiten daarin, en zal de klokke 12 uren zijn makkers daar binnenlaten."

Aan het oosteinde van het koor verrijst het door smaakvollen eenvoud uitmuntende grafteeken van Piet Pietersz. Hein, een kunststuk van Pieter de Keyser, grootendeels van zwart marmer in Dorischen stijl gebouwd. Het geheel is rustig en waardig, als het eenvoudige beeld des admiraals op het grafgesteente.