United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die Rederijkers bezaten destijds te Amsterdam drie vereenigingen: twee Brabantsche kamers, de Lavendelbloem, onder de zinspreuk »uut levender jonst" en het Vijgenboomken, met het devies »het zoet vergaeren," waarbij een derde eerlang de voornaamste, te voegen is, de Eglantieren, gewoonlijk »de oude Kamer" geheeten of de kamer »in liefde bloeyende."

Geluk zal hem geschieden, In al zijn wegen zal verleenen overvloed, Uw wijf zal gelijk zijn den wijnstok, na 't bedieden , Die vrucht draagt t' zijner tijd, zij zal ontvangen spoed ; Aan den Disch, als een kroon, uw kinders lieflijk zoet, Als olijfranken schoon, zult gij ze klaar aanschouwen, Met veel weldaden meer, van God verkrijgen goed: De Heer geev' haar doch kracht, om inliefd' niet te flaauwen, Maar Jonst hen voege t' zaâm, begeerig na vreeds-dauwen, Als d' Haas-baart zijn kracht snel, om loopend d' Hond t' ontwijken, Snakkend naar 't water Claar; 'k en kan 't beter gelijken.

Hij streelde zijn haar verguld, Zijnen koker hij vervuld' Met zijn pijlen, t'wreed bezuren , Doch verscheiden van naturen, Waarmeê hij, zonder geschil, De minnaars pijnt naar zijn wil; Hij ontsloeg zijn wakkre vlerken, Om zijn krachten te doen werken; Eer hij toegemaakt vol jonst Was, door der Chariten konst Zag hij 's werelds lamp verschijnen, Nu hij tot de reis ging pijnen . Aura en Zefyrus beid' Speurend, dat hij was bereid, Als voorboden gingen zwieren, Beekskens, blaadren deden beven; Cupido haar volgde snel, Om spelen 't gewoonlijk spel.

In 't jaar 1585, na 't overgaan van Antwerpen, kwamen twee Brabantsche Kamers vandaar naar Amsterdam over. De eene, die niet lang in wezen bleef, had tot blazoen "het Vijgeboomken," met de zinspreuk Het zoet vergaeren: de andere heette "De Witte Lavender," met de zinspreuk Uit levender jonst.

Laat jonst begeerig zijn, gelijk eens Herts bestieren, En d' Haas-baart zijn kracht snel, om loopend d' Hond t' ontwijken, Snakkend naar 't water Claar ; 'k en kan 't beter gelijken?

Mijn jonst zonder afwijk, Al laagt gij hier veracht, in 't bloed, op 't veld, in 't slijk, Vertreden van elkeen, nochtans u niet begeven , Maar wiesch uw aanschijn schoon, welriekend met praktijk, Balsemd' uw zoeten reuk, boven al waard verheven ; Als gij schier waart vernield, mijn liefd' vurig gedreven, Als d' Haas-baart zijn kracht snel, om loopend d' Hond t' ontwijken, Snakkend naar 't water Claar; 'k en kan 't beter gelijken.