United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze luidruchtige, zoogen. orgiastische, wijze van vereering, die van Thracië naar Beotië en verder naar het overige Griekenland overgebracht was, was de oorzaak dat men verband zocht tusschen D. en Rhea Cybele, Atys, Sabazius e. a. aziatische godheden, wier dienst een dergelijk karakter droeg. Ook vindt men hem in het gezelschap van de Chariten, Eros en Aphrodite.

Om den rijk met beeldhouwwerk versierden troon dansten Horen en Chariten. Het geheel maakte een onuitsprekelijken indruk van majesteit en goedheid. In de overblijfsels van het Parthenon zijn enkele door of onder den onmiddellijken invloed van Ph. vervaardigde werken bewaard gebleven. Ph. stond dikwijls bloot aan de aanvallen van Pericles' vijanden.

Hij streelde zijn haar verguld, Zijnen koker hij vervuld' Met zijn pijlen, t'wreed bezuren , Doch verscheiden van naturen, Waarmeê hij, zonder geschil, De minnaars pijnt naar zijn wil; Hij ontsloeg zijn wakkre vlerken, Om zijn krachten te doen werken; Eer hij toegemaakt vol jonst Was, door der Chariten konst Zag hij 's werelds lamp verschijnen, Nu hij tot de reis ging pijnen . Aura en Zefyrus beid' Speurend, dat hij was bereid, Als voorboden gingen zwieren, Beekskens, blaadren deden beven; Cupido haar volgde snel, Om spelen 't gewoonlijk spel.

Zij wordt door de dichtkunst en de beeldende kunsten voorgesteld als een ideaal van schoonheid en lieftalligheid, Chryseie, Philomeides; zij draagt den gordel, die alle toovermiddelen der liefde bevat en die goden en menschen aan hare macht onderwerpt; steeds vergezellen haar de Horen en Chariten, Peitho, Eros, Pothus en Himerus.

Cleta, Kleta, bij de Spartanen eene van de Chariten. Clientes. Vóór het ontstaan der plebs vond men te Rome een stand van hoorigen of halfvrijen, die, naar het schijnt, volgens oud-italisch gebruik, onder de bescherming of het patronaat der burgers stonden en daarentegen ook zekere bepaalde verplichtingen tegenover hunne patroni hadden.

En Straton gaf hem daarin ten volle gelijk; deze schoone toch, een lieveling der Chariten, was de grootste opofferingen waard, want niemand verstond het beter dan zij den rozenkrans der vreugde om het voorhoofd harer aanbidders te strengelen.

Hij wordt afgebeeld als een schoone knaap, later als een bevallig, meest gevleugeld kind, met boog, pijlen en fakkel. Dikwijls wordt hij vergezeld door de Chariten, Muzen e. dgl., soms ook door met hem gelijksoortige wezens, die men Erotes noemt en waarvan sommige een afzonderlijken naam dragen, als Pothos, Himeros, enz. De Romeinen geven hem den naam Amor of Cupido. Zie ook Psyche.

Bij Homerus is Charis de gemalin van Hephaestus, de Atheners vereerden twee Chariten, Auxo en Hegemone, de Spartanen eveneens twee, Cleta en Phaënna, gewoonlijk vindt men echter drie genoemd, Euphrosyne, Aglaïa en Thalia. De dienst der Charites verbreidde zich uit het boeotische Orchomenus over geheel Griekenland; aldaar vierde men te harer eer een feest, de Charisia of Charitesia.