United States or Andorra ? Vote for the TOP Country of the Week !


Koning Frodhi had een molen, die Grotti genoemd werd. Deze maalde alles wat hij verlangde, vrede zoowel als goud. De meisjes, die den molen draaiden, heetten Venja en Menja. Koning Frodhi had deze meisjes medegenomen en ze gedwongen hem te dienen.

In den laatste der hier bewerkte heldenzangen den Zang bij den molen, dien de Edda van Snorri mededeelt ligt weer de mythe van het jaar, door heldengestalten gedragen, zooals zij in de godenliederen door goden gedragen werd. Frodhi, de achterkleinzoon van Wodan, regeerde over Denemarken gedurende het vredestijdvak van Christi geboorte: men schreef den vrede aan Frodhi toe.

Ook de naam van dengene, die den molen aan Frodhi gaf, wijst op dat waterrijk, waaruit de vruchtbaarheid ontstaat: Hengikjöptr, d. i. de man om wiens hoofd lange haren hangen, en het was Wodan, watergod. De maagden malen het geluk en het goud in dienst van den vredekoning: zooals de krachten van de vruchtbaarheid in dienst van de zomerzon het gouden graan uit de aarde werken.

Maar Frodhi gunt haar geen rust, en zij malen een wrekenden koning te voorschijn: zoo brengt de langdurige zomerhitte in den tijd, dat het graan is gerijpt, den herfst, zoo spotte op het oogstfeest bij Egir ook Loge met de goden en bedreigde met vlammen Egir's rijk. Mysinger, de winterkoning, rooft den molen en doet de meisjes zout malen: d. i. de sneeuw van den winter.

Deze bezat een molen die Grotti heette, en hij kocht van een Zweedschen koning, Fjölnir, twee maagden om den molen te draaien. Zij maalden hem goud, vrede en geluk en zongen een lied daarbij. Frodhi gunde haar echter geen rust, en toen maalden zij een koning te voorschijn, die Mysinger heette. Deze koning doodde Frodhi, nam den molen en de maagden mee, en liet ze zout malen.

Koning Frodhi echter gebood de meisjes nog meer te malen, en hij wilde niet, dat zij langer rusten zouden, dan de koekoek zwijgt, of slechts zoolang men een lied zingt. Met groote kracht maalden de meisjes en zij knarsten op de tanden van reuzenwoede. De molenstang kraakte, de molen viel in elkaar. En er kwam een zeekoning, die Mysinger heette.

En hij doodde Frodhi, den vredekoning, en roofde den molen. Toen zeide Menja: "Zoo hebben wij voor Frodhi gemalen! Nu stonden de meisjes toch lang genoeg aan den steen." Mysinger echter nam de meisjes mede en hij beval haar om zout te malen. Op een schip maalden zij zooveel zout, als er sneeuw is in den winter.