United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo de Henrietta niet over een golf kon, ging zij er dwars door heen, zoodat het dek overstroomde, maar zij kwam er toch. Somtijds lag de schroef uit het water en maalden de schroef bladen als bezetenen door de lucht, wanneer een berg van water de kiel boven de golven deed rijzen. Maar de boot ging altijd voorwaarts. De wind stak echter niet zoo hevig op als men wel gevreesd had.

Deze bezat een molen die Grotti heette, en hij kocht van een Zweedschen koning, Fjölnir, twee maagden om den molen te draaien. Zij maalden hem goud, vrede en geluk en zongen een lied daarbij. Frodhi gunde haar echter geen rust, en toen maalden zij een koning te voorschijn, die Mysinger heette. Deze koning doodde Frodhi, nam den molen en de maagden mee, en liet ze zout malen.

Koning Frodhi echter gebood de meisjes nog meer te malen, en hij wilde niet, dat zij langer rusten zouden, dan de koekoek zwijgt, of slechts zoolang men een lied zingt. Met groote kracht maalden de meisjes en zij knarsten op de tanden van reuzenwoede. De molenstang kraakte, de molen viel in elkaar. En er kwam een zeekoning, die Mysinger heette.

Nu eens maalden hem de geheimzinnige voorvallen in Tiel door het hoofd; dan weder dacht hij aan de bekoorlijke Ulrica, welke hij zoo vurig verlangde en toch vreesde weder te zien.

Alles blonk er van koper; de toog was beschilderd met engeltjes, die koffie maalden, sigaren rookten of tabak wogen; de vensterglazen waren zoo groot als spiegels en overdekt met Fransche opschriften.

Zij vroegen zich af, wat zij zouden doen, want er was geen koren in de hut, waar zij goed brood van konden bakken. Gewoonlijk maalden zij boomschors fijn en bakten dat in den oven. Zulk brood bereidde de vrouw nu voor haar gast en zette het in den oven om te bakken. Even later ging zij naar haar baksel kijken, en was aangenaam verrast, toen zij een echt brood zag liggen.

Ja, hij kon zoo vertellen, dat men zag, wat hij beschreef; het was juist zoo, alsof er zaagmolens maalden, alsof er jongens en meisjes liedjes zongen en dansten. En nu gaf de oude kobold aan de oude elf een hartelijken kus. En toch bestonden zij elkaar niet. Nu moesten de elfen dansen, en dat zoowel eenvoudig als met stampen. Dat ging haar goed af, en toen kwam de kunstmatige dans.

Dag en nacht repte zij de naald; tafereel op tafereel, uit de geschiedenis van haar huis, maalden de bonte draden op het gaas. Hoe sloofde zij zich af over dezen arbeid, tot vaak de oude oogen en de stramme vingers haar den dienst weigerden. Dan, als zij een beeld voltooid had, hing zij het op aan den wand harer kluis, en zat uren lang in beschouwing er van, met eene schier kinderlijke voldoening.

De dwergen waren over het algemeen vriendelijk en hulpvaardig, soms kneedden zij brood, maalden meel, brouwden bier, verrichtten tallooze huiselijke werkzaamheden en dorschten het koren voor de boeren. Als zij echter slecht behandeld werden of belachelijk gemaakt, verlieten deze kleine wezens het huis en kwamen nooit weerom.

Het aardig wijfje uit den winkel had tot Eefjes speelmakkertjes behoord; slechts een paar jaren vroeger naar de hoofdstad vertrokken, had zij er kort gediend, was er gaauw en goed getrouwd; waarom had Antje haar ook zien voorbijkomen, op het oogenblik, dat haar die muizenesten over Eefje door het hoofd maalden? En wat was Antje tevreden geweest, als had zij zich op haren trouwdag te goed gedaan!