United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als de dooiers met de koude melk dun genoeg zijn, giet men ze voorzichtig bij de kokende melk, steeds in dezelfde richting roerend, totdat de saus de gewenschte dikte heeft gekregen. Suiker naar smaak. E. Vla's en crêmes. Aalbessenvlade I. Op een halve flesch bessensap neemt men drie geklopte eierdooiers en het water, waarin 200 gram rozijnen een nacht te weeken hebben gestaan.

Als de melk kookt, doet men het tot sneeuw geklopte eiwit er in en haalt het met de schuimspaan er terstond weer uit, laat het even uitlekken en plaatst het op een schotel, dien men eerst met heet water warm heeft gemaakt. Dan bindt men de melk met maizena tot een dikke saus, waardoor men dan voorzichtig de dooiers van 5 eieren roert. Men giet de saus om het gestolde eiwit heen.

Men perst eenige citroenen, raspt voorzichtig de schil van een of meer citroenen, zoodat men het wit niet raakt, voegt dat bij het sap, lengt het sap aan met water, voegt er suiker naar smaak aan toe, kookt het vervolgens en als het genoeg is afgekoeld, roert men er de dooiers van een paar eieren door, bindt het nat vervolgens met agar-agar zooals is voorgeschreven in R. 494 en roert er eindelijk het geklopte eiwit door, waarna men het vocht in een steenen vorm giet.

Men klopt de dooiers van 8 eieren en de witten afzonderlijk, roert eerst de geklopte eierdooiers en daarna het stijfgeklopte wit der eieren door het deeg, dat men vervolgens in een bakvorm doet, die eerst met boter of olie is ingesmeerd. Men bakt den koek in een matig warmen oven gedurende 1 1/2 of 2 uur. Evenveeltjes.

In de buikholte vindt men den eierstok, waar de dooiers ontstaan, die men daarin dan ook, bijv. bij eene leggende kip, in grooten getale kan aantreffen, en wel van de grootte van een' speldeknop af tot die van een' volwassen dooier toe. Van den eierstok loopt in vele bochten en windingen eene buis naar de cloaca, die men den eileider noemt.

Om de olijfolie gemakkelijk droppelsgewijze bij de dooiers te voegen maakt men een klein gaatje in een eierschaal, waarin men de olie doet. Kort vóór het aanrichten roert men er citroensap naar smaak door. N.B. Men zij indachtig voortdurend in dezelfde richting te roeren.

Taartendeeg II. Men kneedt 200 gram boter, 100 gram suiker en 250 gram gezeefde tarwebloem met drie rauwe eieren en vier fijngewreven harde dooiers van gekookte eieren tot een stevig deeg en handelt verder met het uitrollen als in R. 519 wordt voorgeschreven.

Men bestrijke het met geklaarde boter, doet dan het noodige beslag er in en bakt de wafel aan beide zijden bruin. Men bestrooit de wafel gewoonlijk met poedersuiker en kaneelpoeder. Weenertaart. Roer 200 gram boter tot room, voeg er aan toe 200 gram suiker, de dooiers van 8 eieren, 50 gram zoete amandelen en het geraspte geel van een citroenschil.

Men gebruikt gebakken champignons het best bij rijst, verder bij brood, macaroni en aardappelen. Chocoladetaart I. Roer 125 gram boter tot room, voeg er langzaam bij 100 gram suiker, de dooiers van 3 eieren, 100 gram met water opgeloste cacaopoeder en 65 gram tarwebloem. Desverkiezende kan men er nog het binnenste van een half stokje vanille aan toevoegen.

Roer 250 gram boter tot room, roer daarna een voor een 5 dooiers door de boter en 250 gram suiker; daarna de gezifte bloem en 120 gram gemalen of zeer fijn gesneden zoete amandelen. Men kan er ook het geraspte geel van een citroenschil doorroeren. Men bakt de taart gedurende een uur in een matig heeten oven, nadat men eerst het stijfgeklopte wit der 5 eieren door het beslag heeft geroerd.