United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vrijgekomen ei wordt door de franjeachtige uitsteeksels van den eileider opgevangen en naar de baarmoeder overgebracht. Indien het ei niet bevrucht wordt, gaat het, in de baarmoeder gekomen, aldaar te niet of verlaat het lichaam met het menstruatie-bloed.

Bij deze aanraking, de bevruchting, dringt de spermatozoön het ei binnen. In den regel geschiedt dit in den eileider; de mogelijkheid is echter niet buitengesloten, dat de bevruchting soms plaats vindt, wanneer het ei den eierstok nog niet verlaten heeft, of wanneer het ei reeds in het bovenste gedeelte van de baarmoeder aangekomen is.

Terwijl nu de dooier, steeds om zijne as draaiend, zich door dezen eileider voortbeweegt, scheidt de wand van dit laatstgenoemde orgaan het eiwit eromheen af; dicht bij de cloaca heeft de eileider eene verwijding, waar zich schaalvlies en kalkschaal vormen.

In de buikholte vindt men den eierstok, waar de dooiers ontstaan, die men daarin dan ook, bijv. bij eene leggende kip, in grooten getale kan aantreffen, en wel van de grootte van een' speldeknop af tot die van een' volwassen dooier toe. Van den eierstok loopt in vele bochten en windingen eene buis naar de cloaca, die men den eileider noemt.

Evenals de baarmoeder bestaan ook de eileiders uit een met slijmvlies bekleede spierlaag, welke door het buikvlies omgeven wordt. Het slijmvlies van de eileiders is van binnen bekleed met zeer fijn trilhaar; dit verkeert aanhoudend in golvende beweging en werkt daardoor mede om het in den eileider opgenomen ei naar de baarmoeder voort te bewegen.

Zij liggen in de achterste plaat van den breeden baarmoederband, ter hoogte van den ingang van het kleine bekken, Plaat V No. 59. Zij zijn plat eivormig van gedaante. Met de stompe vlakte is de eierstok zijwaarts gericht en staat daar met den eileider in verbinding. Slechts een klein gedeelte van den eierstok wordt door het buikvlies bekleed; de geheele voorvlakte blijft onbekleed.

Zij zijn het nauwst dicht bij de baarmoeder, worden verder gaande wijder en eindigen met een trechtervormige opening vrij in de buikholte. Eén van deze uitsteeksels is langer dan de overige en is met den eierstok verbonden. Waarschijnlijk gaat het ei van den eierstok langs dezen weg naar den eileider om vervolgens door dezen den weg naar de baarmoeder af te leggen.