United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zeg eens, Pavel Dmitrijewitsch, begon de luitenant, die blijkbaar een herhaling van het verzoek wilde voorkomen, is het waar wat er gezegd wordt, dat we morgen uit zullen rukken? Ik weet het niet, antwoordde Pavel Dmitrijewitsch, er is slechts een order gekomen, dat we ons gereed zouden houden. Maar werkelijk, het was beter als wij een partijtje speelden, ik verpand u mijn Kabardiner.

Hij zei merci, frommelde het biljet in elkaar en stak het in zijn broekzak. Nu zal het spel bij Pavel Dmitrijewitsch, dunkt me, wel in vollen gang! begon hij onmiddellijk daarop. Ja dat denk ik ook.

Luitenant O. weigerde onder voorwendsel dat de dienst hem geheel in beslag nam, in werkelijkheid echter omdat hij wist hoe weinig geld en goud Pavel Dmitrijewitsch nog maar had en hij het niet verstandig achtte, zijn driehonderd roebel op 't spel te zetten tegen de honderd of misschien nog minder, die hij kon winnen.

Hoewel nog steeds een bedaarde, langzame en gelijkmoedige speler en een vermogend man, was Pavel Dmitrijewitsch toch een heel ander mensch geworden, dan zooals ik hem gekend had in de beste dagen van zijn spel; hij scheen aldoor haast te hebben en liet zijn blikken onrustig rondzweven en er verliepen geen vijf minuten of hij, die anders altijd weigerde te spelen, sloeg luitenant O. een partijtje bank voor.

Ik ken Pavel Dmitrijewitsch heel goed, hij vertrouwt mij alles toe, ging hij voort. Wij zijn oude kennissen, d. w. z., hij houdt van me, voegde hij er bij, blijkbaar verschrokken over zijn al te stoute bewering, dat hij een oude kennis van den adjudant was.

"Bij de voortzetting van het gesprek, dat nog wel een uur duurde, verloor graaf Tolstoi geen oogenblik zijn geduld en bleef hij steeds welwillend. De halsstarrigheid van de boeren ontlokte hem niet één ruw woord." Vorst Dmitri Dmitrijewitsch Obolenski vertelt ons nog eene herinnering van een feestdiner, waarbij Tolstoi zijn buurman was.

God alleen weet wanneer ik terug zal keeren! 't Is nu bijna een jaar dat ik niets liever zou wenschen dan de sabel in de scheede te steken, maar ik kan het niet. Nu ik evenwel toch gedwongen ben aan den oorlog deel te nemen, wil ik nog liever naar Turkije gaan dan hier blijven, hetgeen ik dan ook vorst Sergius Dmitrijewitsch gevraagd heb.

Waarom win ik wel van anderen? Pavel Dmitrijewitsch speelt voortreffelijk, ik ken hem al lang, zeide ik.

Nu, handig jongmensch, waar valt ge eigenlijk niet? Wie zou ook niet struikelen over al die paaltjes, Pavel Dmitrijewitsch, zei Guskoff, u is eergisteren zelf gestruikeld. Ja, vadertje, ik ben geen ondergeschikte, van mij wordt geen handigheid gevergd. Hij mag loome voeten hebben, viel de stafkapitein bij, maar een ondergeschikte moet kunnen springen...

Ja, zei Guskoff en hief daarbij telkens den vinger naar zijn knevel, liet haar echter weer zinken, zonder hem aan te raken; Pavel Dmitrijewitsch heeft in dezen veldtocht geen geluk gehad, zulk een veine de malheur, voegde hij er met ietwat moeielijke, maar zuiver Fransche uitspraak bij, en daarbij kreeg ik weer dat gevoel, hem vroeger reeds ergens gezien te hebben.