United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Art. 805 stelt afzonderlijke straffen, indien het delict uit winstbejag begaan wordt, terwijl 't dan geen delictum collectivum behoeft te wezen; Art. 806, strafverzwaring in de gevallen van artt. 804 en 805 bij 't bestaan van zekere betrekkingen.

Zelfs de prostituée wordt in bescherming genomen; zonder twijfel zal in casu deze omstandigheid op de strafmate van invloed zijn. De vrouw, onverschillig, van welken leeftijd zij moge zijn, moet wil het delict voltooid zijn verleid zijn naar den vreemde te gaan; door de handelingen van den dader moet zij het plan hebben opgevat het land uit te gaan.

Hij toch die de vrouw van den vader overneemt om haar verder naar de plaats van bestemming geheel of gedeeltelijk te brengen, kan niet gezegd worden dat hij haar "zur Auswanderung verleitet." Bestanddeelen van het delict van art. 48 2de lid zijn: 1. Bekendheid met het door den dader beoogde doel, zooals dit arglistig verzwegen is. Het opzettelijk bevorderen, dat de vrouw het land verlaat.

Het moet eene opzettelijke handeling zijn; dolus eventualis is voldoende. Het delict heeft dus plaats, nadat "die Verleitung zur Auswanderung" reeds geschied is.

Het kind mag dier noch plant bij zijn koesterende liefde uitsluiten. Emma zal dus iedereen vriendelijk begroeten. Reeds bij het eerstvolgende délict, weer ik streng af: "Neen tante, Emma mag de pop niet hebben, alvorens ze U vriendelijk aangekeken en lief een handje gegeven heeft." Emma blijft als verstijfd zitten.

Dat deze vraag niet van moeielijkheid ontbloot is, blijkt uit menige poging elders reeds gedaan om den meisjeshandel als delict in een artikel te belichamen, en dat zoowel door officieele strafrechtelijke commissies als door vergaderingen en congressen. Doch meestal zonder gunstige resultaten. Ik wees hierboven passim meer dan eens daarop. Men begrijpe mij niet verkeerd.

Toen de vermicellitaart voor den tweeden middag op tafel kwam, vertoonde ze duidelijke sporen van sabotage. Moeder schrikte er van. Prop's hevig protest, terwijl niemand hem beschuldigde, was voor allen een duidelijke aanwijzing, dat hij het delict gepleegd had. Met klem herhaalde hij steeds: "ik heb de taart sedert gisteren niet gezien!"

Deze handelingen zullen eventueel misleidende, bedriegende zijn. Meende de dader, hoewel ten onrechte dat het de eigen wil der vrouw is zich in het buitenland aan de ontucht over te leveren, dan mist het delict een zijner elementen: er bestaat geen opzet, de "arglistige Verschweigung" ontbreekt. Het 2de lid van art. 48 bevat een begunstiging na het plegen van het delict.