United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !
OBERON. Wat gij ziet, als gij ontwaakt, Zij hiermeê uw lief gemaakt, 't Liefje, waar uw ziel om blaakt; Zij het panter, beer of rat, Borstlige ever, aap of kat, Wat het eerst voor 't oog u trad Bij 't ontwaken, worde uw schat! Zij 't afzichtlijk als een pad!
Neen, neen, afzichtlijk ben ik als een beer; Wat dier me ook zag, 't vlood angstig iedren keer; Geen wonder, dat Demetrius mij ducht, En mij, of ik een monster ware, ontvlucht. Wat leugenspiegel blies mij in, dat ik Mij meten kon met haren fonkelblik? Maar wie is daar? Lysander! op den grond! Dood, of in slaap? Ik zie noch bloed, noch wond. Lysander, vriend! ontwaak, indien gij leeft.
De poolsche jood, half naakt, de ettrende heup kil belicht, de handen knoestig geklemd om 't hout, den baardigen kop in martling bewogen, leek in 't scheemrende, morsige bedhok zoo afzichtlijk ziek en benauwd, dat Eleazar terug-schrikte en 't slingrende glas water uitgulpte.
's Afgronds Koning Sloeg de ijzren valdeur op der Helsche gruwelwoning, En aâmde een' pestdamp uit die alles overtoog! Ja, de aarde werd een poel, afzichtlijk in ons oog. Men zag 't verdwaasd geslacht, zijn' Schepper afgevallen Dat Goden zocht om laag, gehuisd in aarden wallen: Hun kniên gebogen voor 't gewelfde firmament; En, die hun 't aanzijn gaf, in blinde drift, ontkend.
Woord Van De Dag