United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Liturgia. Leïtus, Leitos, zoon van Alector, een van de Argonauten, aanvoerder der Boeotiërs voor Troje. Leleges, Leleges, een oude, waarschijnlijk aziatische volksstam, verwant met de Cariërs, met wie ze steeds te samen genoemd worden. Ze treden ook in Griekenland op, maar schijnen zich later opgelost te hebben in de Hellenen.

Welke uitnemende eigenschappen Aristomachus ook bezit, Amasis zal mij toch missen, want het viel mij gemakkelijk de eendracht in het leger te bewaren, terwijl de Spartaan tegenover de Cariërs dikwerf op groote zwarigheden stooten zal.

Als hun stamvader gold Aeneas' tochtgenoot Nautes, die het trojaansche Palladium naar Italië overbracht. Kort na 403 werden hunne bevoegdheden op de thesmotheten overgedragen. Navius, zie Attii. Andere namen van het eiland zijn Dia en Strongyle. Als oudste bewoners komen Cariërs en Cretensers voor; later werd het eiland van Attica uit gekoloniseerd door Ioniërs.

Sedert kwam Creta, ook zedelijk, in diep verval, zoodat de bewoners met de Capadociërs, Ciliciërs of Cariërs onder de kappa kaka gerekend werden: Kretes aei pseustai, kaka theria, gasteres argai. Op Creta behooren de mythen te huis van Minos, Daedalus, den Minotaurus, den cretensischen Zeus, wiens graf men er liet zien, e. a.

Geen begrafenis mocht op Delus plaats hebben; lijken werden naar het nabijgelegen Rhenea overgebracht. De oudste bewoners waren Cariërs, daarna vestigden er zich Ioniërs.

Samosata, ta Samosata, versterkte hoofdstad van Commagene, aan den Euphraat, geboorteplaats van Lucianus. Sampsiceramus, spotnaam, door Cicero aan Pompeius gegeven, naar een nietsbeduidend koninkje te Emesa in Syria. Samus, Samos, thans Samo, machtig eiland op de ionisch-aziatische kust, eerst bevolkt door Lelegers en Cariërs, later door Ioniërs en Doriërs.

Caria, het zuidwestelijkste landschap van Klein-Azië, aan de kust bezet met grieksche volkplantingen, waarvan Halicarnassus en Cnidus de voornaamste waren. De Cariërs hadden oudtijds een groot gedeelte der eilanden van de Aegaeïsche zee in bezit en dreven zeeroof, totdat zij door de Grieken en vooral door koning Minos van Creta uit de eilandzee verdreven werden.