Bijgewerkt: 20 september 2025
Een blomken heb ik staan, nabij me, in de oude boekenzale, dat altijd, naar den dag toe, keert zijn' blaârkes, altemale; het wenden mag ik zus of zoo, dat ik begere volgt het noo, en 't zoekt, weerom naar mij gericht, nog altijd liever 't zonnelicht!