United States or Norway ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vergeefs poogde hun Khan de onderhandelingen te hervatten: twee afgezanten, die hij in 1275 naar den Sjoogoen zond, werden onmiddellijk weggejaagd; een derde, die het vier jaren later nog eens beproefde, werd onthoofd. De vreedzame Koeblaï-Khan was woedend, en besloot alle krachten in te spannen tot een laatsten, beslissenden slag.

De feodale grondheeren maken ijverig gebruik van de algemeene verwarring, om zoo mogelijk zich te ontslaan van allen band der leenroerigheid jegens de kroon en hare stedehouders. Wanorde, burgerkrijg en regeeringloosheid allerwege; en toen, in het jaar 1573, de Sjoogoen Noboenaga, in zijn paleis te Kioto, met zijn gansche geslacht werd vermoord, scheen het rijk der ontbinding nabij.

Al deze bevelen werden stipt uitgevoerd, behalve een enkel, dat, naar de meening van den Sjoogoen, juist het minste bezwaar moest ontmoeten. Tot zijne onuitsprekelijke verbazing vernam deze gewezen stalknecht dat de inlandsche Christenen van allen rang en stand, van elke kunne en iederen leeftijd, stand vastig weigerden hun geloof af te zweren.

Onverwacht wordt hij zelf onder de bedienden van den daïri opgenomen: hij wordt ingelijfd in het militaire huis van den Mikado; en na verloop van eenige jaren is de stalknecht Faxiba tot de waardigheid van Sjoogoen opgeklommen, en voert hij, onder den naam van Fidé-Yosi, het opperbevel over de keizerlijke legers, die de oproerige vasallen tot onderwerping moeten brengen.

De Sjoogoen bedwong zijn toorn, maar slechts om te zekerder en vreeselijker te kunnen treffen. Een jaar lang bereidde hij met zijn gunsteling alles voor tot den beslissenden slag. Eindelijk, in Juni 1587, is hij gereed: zijne troepen zijn behoorlijk verdeeld over de verdachte provinciën van Kioe-Sioe en de zuidkust van Nippon, in staat om iedere poging tot verzet te onderdrukken.

Weldra begon dan ook de hooge boeddhistische geestelijkheid zich over deze zaak te verontrusten en bij den daïri te beklagen. "Hoeveel sekten denkt gij wel, dat er in mijn rijk bestaan? vroeg de Mikado aan de klagers. Vijf-en-dertig, antwoordden zij. Welnu, dan zal dat de zes-en-dertigste zijn," hernam de vroolijke keizer. Maar Fidé-Yosi, de geduchte Sjoogoen, dacht er anders over.

Om de provinciën voor goed onder het bereik van het centraal gezag te brengen, liet Taïko-sama, tijdens de afwezigheid der edelen, door hunne bezittingen, tot aan de uiterste grenzen des rijks, een groote heirbaan aanleggen, die uitsluitend onder toezicht der beambten van den Sjoogoen werd gesteld, en waarop niemand anders iets te zeggen had.

De keizers, die hem in den weg traden, moesten wijken en werden gedwongen afstand te doen; een hunner werd monnik en trok zich in een klooster terug. Eerst onder den twee-en-tachtigsten Mikado evenwel ontving Yoritomo officieel den titel van Sjoogoen, welke waardigheid hij metterdaad reeds sedert twintig jaar bekleedde. Bij zijn dood volgde zijn oudste zoon hem op.

Wat een idyllisch denkbeeld: alle menschen één gezin: en het hoofd van dat gezin zal natuurlijk Koeblaï-Khan zelf wezen! Wie zou het ook anders zijn? De Mikado scheen wel geneigd aan deze broederlijke vermaningen van Koeblaï-Khan gehoor te geven, maar de Sjoogoen was gelukkig verstandiger en verwierp ieder denkbeeld van bondgenootschap met de mongoolsche horden.

Tegenover deze verhevene Majesteit staat de Taïkoen, vroeger Sjoogoen geheeten, de wereldlijke gebieder. Hij is eigenlijk niets meer dan de erfgenaam van gelukkige overweldigers, een parvenu.