United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vele van de lagere watergoden hadden vischstaarten, de vrouwelijke droegen den naam Undines en de mannelijke Stromkarels, Nixies, Necks of Neckar. Waar in moerassen de roerdompen spelen Nicker de ziellooze zit wat te kweelen, Zit er ontroostbaar, heeft vijand noch vrind, Nicker de ziellooze treurt als een kind. Uit Broeder Fabian's Handschrift.

De stilstaande wateren van voormalige rivierarmen, door de normaliseringswerken afgesneden en langzamerhand in dicht begroeide moerassen veranderd, bieden een uitgezocht verblijf voor de steltloopers: watersnippen, roerdompen, reigers, waterhoenders, en hoe ze verder heeten mogen, wier lange teenen hen in staat stellen over de weeke modder te loopen.

De Rotte, het ondiepe, kronkelende watertje, met zijn uitgestrekte moerassen aan weerszijden veengronden, die half onder, half boven het water uitstaken kon hiervoor maar moeilijk dienen. Geen wonder, dat deze »Wilde Venen« door geen menschenvoet werden betreden, dat daar geen andere bewoners werden aangetroffen, dan lepelaars, reigers en roerdompen.

Maar wat wondergeschiedenissen deze laatsten ook mogen opdisschen; van zes hazen geschoten op één stuk, van twee watersnippen in één schot in den donker; van hazen, die op één looper nog een gezicht ver wegliepen; van andere, die met uitgeschoten oogen tegen den hond insprongen; van hoenders die ronddraaiden, neervielen, weer opvlogen, weer ronddraaiden, en nog reis neervielen; van arenden die op den hond gingen zitten, en roerdompen die met den laadstok wegvlogen: de polsdrager trekt geen enkele dezer groote gebeurtenissen in twijfel; de jager in het algemeen is zijn orakel, zijn afgod; het valt hem niet in dat er mogelijkheid bestaan zou van eenige opsiering, eenige vergrooting bij 's mans verhalen; en in 't bijzonder houdt hij dien jager, met wien hij op dat oogenblik jaagt, voor den grootsten van alle jagers den Nimrod Nimrodorum.

Wijders ontwaarde men velerlei soorten van vogels, zooals bonte spechten, jacamars, reigers, roerdompen, duiven met witte koppen, orpheeën, spotvogels en meer anderen met uiteenloopend gevederte.

Boven de bosschen zweefden arenden met witte koppen, die eene breede vlucht hadden, en wier scherpe kreet op het fanfaar-geschetter eener gebarsten trompet geleek; valken van eene buitengewone wreedaardige woestheid; reusachtige roerdompen met lange bekken, scherp als bajonetten.