United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oorschelpen ontbreken en de oogen zijn zeer klein. Het merkwaardigste aan het geheele dier is de neus, die, met nog meer recht dan bij de Spring-spitsmuizen een slurf genoemd verdient te worden.

Deze Apen zijn slank gebouwd; zij hebben lange ledematen en een zeer grooten, sterk verlengden, vooral van achteren ontwikkelden kop met hoog voorhoofd, kort aangezicht, groote, dicht bij elkander geplaatste oogen en eenvoudige, groote oorschelpen. De vacht bestaat uit haren, die met verschillend gekleurde ringen geteekend zijn en is niet zeer gevuld.

De romp is plomp en rolvormig, de dikke kop eindigt in een stompen snuit; de oogen zijn buitengewoon klein of liggen geheel verscholen onder de huid; de zeer kleine ooren hebben geen uitwendige waarneembare oorschelpen; de staart ontbreekt of is onder de vacht verborgen.

De oorschelpen zijn groot en vliezig, of althans uiterst dun behaard, de oogen groot, levendig en zacht, zooals bij vele andere woestijnbewoners, die een nachtelijke levenswijze hebben, de neusgaten wijd; ook de organen voor den tastzin zijn goed ontwikkeld: aan weerszijden van den kop steken verbazend lange snorren uit.

Van hunne zintuigen valt op te merken, dat het gehoor uitmuntend is, ondanks de ontbrekende of althans kleine oorschelpen; het gezicht en de reuk daarentegen zijn minder ontwikkeld. Hun stem bestaat uit heesche geluiden, die soms op het blaffen van een Hond, soms op het bulken van een kalf of op het loeien van een Rund gelijken.

Wegens de geringe ontwikkeling der tusschenkaaksbeenderen, de kortheid en breedte der neusbeenderen verkrijgt het aangezicht een zonderling stomp aanzien, waardoor het op dat van een Aap gelijkt; de kleine mondopening wordt door meer of minder harde, weinig beweeglijke lippen begrensd; de oogen zijn klein, de oorschelpen geheel in de vacht verborgen.

Daar de vleermuizen nachtdieren zijn, is het gezichtsvermogen weinig ontwikkeld; zij verlaten zich op haar tastgevoel, 't welk, behalve in het vliegvlies, ook in de groote oorschelpen zetelt. Sommige soorten hebben huidaanhangselen aan den neus en de lippen, die insgelijks zeer gevoelig zijn.

De bij ons niet voorkomende, in Duitschland echter veelvuldige Woudooruil (Asio otus) is een Oehoe in 't klein; hij verschilt echter van dezen door een slankeren lichaamsbouw, langere vleugels, kortere pooten, langere (uit 6 veertjes bestaande) oorpluimpjes; voorts door de zeer ontwikkelde oorschelpen en den zeer duidelijken sluier. Zijn kleur gelijkt zeer op die van den Oehoe, maar is lichter. De snavel is zwartachtig, het oog hooggeel. Totale lengte 34

Was het niet als de bange zang van zijn hart, dat de oogenblikken sloeg daarbinnen in hem? Was het van de zee die onder den zilten lichtdag oneindig geweten wentelt, en nu den vloed weêr deed geboren worden, windloos weenend naar de stranden en hier over het steenen staan der stad in de oorschelpen kwam klagen. Zwijgen was boven de terrassen; zwijgen viel in de schitterige lichtstraal.

Het bevat dieren met een breeden rug, een korten snuit en een korten staart; de romp is plomper dan bij onzen Das en diens naaste verwanten, als 't ware van boven naar onderen samengedrukt; de rug is breed en plat, de snuit lang; de kleine oorschelpen verheffen zich slechts weinig boven de huid; de oogen zijn klein en ingezonken; de korte en sterke pooten hebben naakte zolen; de teenen van de voorpooten zijn met lange, voor 't graven geschikte klauwen voorzien.