United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik zag duidelijk, dat ik niet deugde in zoo'n meisjeskring, en ik heb later al de voorrechten van die educatie begrepen, toen ik Leontine in de wereld ontmoette als de vrouw van een kolonel, met een tweeden luitenant tot cavaliere serviente; waarlijk, zij was een model van goeden toon, en eene distinctie! Men zag het in alles, dat zij perfect was opgevoed!

Twee punten zijn er waarop ik m'n aandacht nog speciaal concentreeren wil, en dat is de verhouding der meisjes met haar mannelijke collega's en haar verhouding onderling. Met merkbare voorliefde is de eerste behandeld, eigenlijk "het" hoofdthema in het boek. Merkwaardig is het te hooren dat dit eigenlijk Go's motief is om te gaan studeeren, niet de studie zelf, niet de dorst naar kennis, de drang naar eigen wetenschappelijk onderzoek, neen: "om te brengen onze zachtheid, onze vrouwelijkheid aan de jongens". Zeker is dit op zichzelf niet hoog genoeg te schatten, zal die invloed langzamerhand niet wegblijven en is dit hier en daar al merkbaar, maar ik geloof niet dat dit zóó voorop gesteld mag worden en zeker weet ik dat het geen hoofdzaak zijn mag. Hoofdzaak is en blijft studie, of liever ontwikkeling, menschwording, niet ieder zal zijn heele verdere leven aan de wetenschap blijven wijden. Brengen wij nu echter deze omgang van mannelijke en vrouwelijke studenten terug tot de plaats die ze in moest nemen bij de motieven om te gaan studeeren: een middel tot ruimer, veelzijdiger ontwikkeling van beiden, dan nog valt er heel wat te zeggen over de opvattingen die hier verkondigd worden en die m. i. meer kwaad dan goed kunnen stichten. En het is niet van het minste belang dit uit te doen komen, onervaren komen de meisjes over 't algemeen hier, te groote vrijheid kan ze op dwaalwegen voeren. En nu is het eigenlijk niet meer dat ik schrijf voor de buitenwacht, al mogen ook zij zien dat er wel degelijk ernst en niet lichtzinnigheid is bij velen maar meer denk ik nu aan de jongeren die eerst kort haar studie begonnen of nog moeten beginnen. Toen de meisjes eenige jaren geleden aan de hoogeschool kwamen, was de toestand geheel anders, zij hadden zelf een weg te maken. Op college met verbazing eenigszins aangezien, geheel afgezonderd blijvend van haar mannelijke collega's, nergens toegelaten in eenig dispuut, leefden ze vrijwel in afzonderlijke kleinere en grootere groepen, haar aantal was ook nog zeer gering en voor de studie kwamen ze. Maar de aansluiting onder elkaar werd grooter, ze maakten zich zelf datgene, waar ze door de anderen buiten gesloten werden: een studentenleven. Hier en daar werden persoonlijke vriendschapsbanden ook buiten den meisjeskring, gelegd, en zoo kwam langzamerhand meerdere aanraking en meerder begrijpen en als gevolg daarvan ook meerdere aansluiting in algemeener zin. En de meisjes, die nu aankomen, vinden heel wat andere ontvangst, menig dispuut is voor ze opengesteld, heel wat collegialer worden ze opgenomen; maar laten ze bedenken dat het nog ter dege op h