United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen, de ware woorden zijn liefelijker dan deze. Lucht, aarde, water, vuur de elementen zijn de woorden, Ik zelf ben een woord met dezen mijne krachten vloeien samen met de hunne mijn naam is voor hen een niets, Al wierd mijn naam ook genoemd in de drie duizend talen, wat zouden lucht, aarde, water, vuur weten van mijn naam?

De nieuwe omstandigheden, waardoor de waarde van het huiselijke leven verhoogd en het schoonheidsgevoel ontwikkeld zal worden, zullen het inwendige van onze woningen een beschaafder en liefelijker aanzien geven, en ze zullen zonder overmatige inspanning van den eigenaar in orde te houden zijn.

Nimmer sprak hij eigener beweging van zijn lijden en hoe strakker de snaren zijner smarten gespannen werden, des te meer melodieus en des te liefelijker waren de zangen van aanbiddend geloof en roemende genade voor familie of vrienden, door de schrijfstift aan het papier toevertrouwd, of in de achtereenvolgende brieven aan zijn gemeente te Leiden toegezonden.

Zouden niet louter wanklanken zijn gehoor, ja zelfs, als hij stil voor zich zelven las, zijne verbeelding pijnigen? En zouden onze oude Friesche oorkonden liefelijker in onze ooren klinken, zoo wij de levende dialecten niet konden raadplegen?

Het oog welks diepte het hart van den zoon der woestijn doet gloeien en bloeien, vergelijkt hij met dat van de Gazelle; den slanken, blanken hals, dien zijne armen minkoozend omstrengelen, weet hij niet liefelijker voor te stellen dan door hem met den hals van dit dier te vergelijken.

Uitingen van vreugde kwamen telkens over zijn lippen. "Cuba", schreef hij in zijn dagboek, "is het schoonste eiland, dat ooit een menschenoog zag. Daar zou men altijd willen wonen." Terwijl men de rivier oproeide werden de gezichten, die zich aan het oog vertoonden, telkens liefelijker.

Hij beval zijnen begeleiders, van de inboorlingen te vernemen, hoe twee van de warme bronnen, die wel kleiner, maar liefelijker dan de anderen waren, van oudsher genoemd werden. De knaap was blank van huidkleur en van tamelijke grootte; zijne goudachtige haren omglansden zijn rug en borst en over 't geheel leek hij op iemand, die zich baadde of gebaad had.

De droefheid, die in de oogen van den angstigen jongen de vorige dagen over alle voorwerpen, al waren ze nog zoo mooi, te hangen scheen, was nu als door betoovering weggevaagd. De dauw scheen helderder te schitteren op de groene bladeren, de lucht scheen vervuld van liefelijker muziek en de hemel zelf scheen blauwer en helderder.

Dat vlieden tot den Almachtige, dat zich vastklemmen aan de Vaderhand, die hij in zijn gansche leven nog nooit met zulk een gevoel van behoefte had aangevat, oefende reeds terstond een bedarenden invloed uit. Het hielp hem terugzien naar liefelijker beelden, naar zijne moeder, die in strijd en lijden den Heer zocht.

Aan de andere zijde der vallei lokt u een liefelijker tafreel: de hellingen zijn minder steil; de rotsen hebben een minder dreigend voorkomen; de plantengroei is weelderiger; een zilveren beek treedt eensklaps uit het groen te voorschijn, en stort zich, met een bevalligen sprong, in den Körös.