United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van 't Plein, dat zwart lag met krommende boomen, kwam heftig gestuw. Jongens holden vooruit, opketsend de slijkrige plassen joeling van volk dromde den hoek om. Het scheen of boven het donker dringen der lijven de hoofden verbleekten in 't vroegavond-wit der gracht. Vleesch van gelaten en handen brak weiflend de volte, den stilstand van avond en schemer.

Dan was het alsof de nacht er vorm aannam in hunne krommende lijven die daar zwoegden. Het zwarte stof maskerde hunne bezweette gezichten, waarin het wit der oogen feller schitterde bij 't schemerige, rosse lamplicht.

De jonge Arabier stond op zijn eenen voet, met krommende teenen in het dikke slijk der schuine straat, want den anderen had hij als voor de vloerkou opgetrokken en met de zool tegen den muur geplant. Zooals een hagedis, die de zonnige en warme plekken zoekt op zijn gescheurden muur, zoo was hij zich daar aan het koesteren op zijn warm plaatsje, buiten het gedrang, wars van het gewoel.

Op straat, in 't gaan door de krommende Warmoesstraat, deed hij zijn best dat gevoel vast te houden, rechtop in kranige, overmoedige houding doorstappend, maar op den Vijgendam al, in de drukke volte, was hij 't in-eens kwijt, leeggevloeid van stemming; zijn gedachten schoven onrustig van dit op dat, en hij liep weer gauwer door, opnieuw onder den indruk van dat hij daar nu waarachtig nog liep in zijn daagsch pakje op de vieze straatsteenen in de donkere volte, en dat hij straks keurig gekleed aanlanden moest in die ruimte vol licht, in dien kring van zich correct bewegende heeren en dames.

Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn: zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op zyde hangt, of op den grond legt.

Een lange stoet van mooi-gemaakte menschenparen was uit de ontvangzaal in de danszaal komen stappen, rustig gaande in de langzame marschmaat, zich krommende in de hoeken en wijduitgeslingerd nu over den glasgladden dansvloer.

Na een tijdlang met de anderen te hebben beraadslaagd, trad één van hen naar voren, zich krommende voor den koning, die ongeduldig wachtte. Het was een man, wiens leven een aaneenschakeling was geweest van misdrijven. In zijn met bloed beloopen oogen gloeiden haat en moordlust. Leugen en meineed hadden zijn lippen misvormd; en zijn houding geleek meer op die van een roofdier, dan van een mensch.

En op het jaagpad kwam een paard aansukkelen, nat en ruig in zijn oud tuig, met een moe-bengelenden en afgeleefden kop, de tong uit den mond; de jager liep er naast, een verweerd man in een nat zwart pilo-pak, tegen het paard aangedrongen, schoorloopend tegen de schoft van het oude knollebeest, om het zoo te houden binnen de smalle krommende baan van het jaagpad.

Even na het vastloopen begon de scheuring van de boot, die van bewonderenswaardige sterkte is geweest. Menig schip heb ik uit elkaar zien werken. De schoorsteenen wijken dan langzaam aan van elkander en het dek neemt den vorm aan van een kattenrug, steeds meer krommende.

Maar op stukken, die men op nieuw beplant, geef ik de voorkeur aan koffy-boomen, die uit eene kweekerye van zes maanden gehaald zyn: zie hier myne redenen: in 't algemeen, hoe jonger een boom geplant wordt, hoe gemakkelyker hy wederom wortel vat: de kenners van den landbouw in Europa geven 'er altyd den voorrang aan; maar deeze reden wordt nog veel klemmender in die Land, alwaar de boomen, en ook de koffy-boomen een regten wortel hebben, die spilsgewyze groeit, en zig by de verplanting krommende, maakt, dat de boom kwynt, en nooit welig doorgroeit; waar uit al verder voortspruit, dat hy by het opwassen op zyde hangt, of op den grond legt.