United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ha moar zij-je toch nie beschoamd, boas Dons!" riep Rozeke eensklaps purperrood en bijna boos wordend. Maar 't bulderend gelach van al de anderen moedigde den ouden boer in zijn ondeugendheid nog aan; en prat op zijn succes schaterde hij, spottend met zijn eigen kinderloosheid: "Woarom 'n mijn wijf mij euk noeit g'holpen!

Veel minder als gade had zij geleden, dan als baronnesse; veel minder als vrouw, dan als adellijke. Geleden had zij onder hare kinderloosheid: niet, zooals andere vrouwen, uit verlangen naar de zorgen en vreugden van het moederschap, maar omdat zij eenen erfgenaam wenschte voor haar bloed, haren naam, haar wapenschild en haar kasteel.

»Was er dan voor deze beiden geen uitwijken mogelijk geweest? Zeer zeker. Onze moderne samenleving heeft aan haren breeden boezem plaats genoeg zoowel voor den afgedankten edelman als voor den souvereinen kinkel. Hadde de Nijenhorst zich slechts laten verbouwen tot eene sigarenfabriek, of tot eene ijzersmelterij, misschien ware zij gespaard gebleven. Mocht haar heer slechts hebben kunnen besluiten om bij de Geldersche boeren de klandisie af te bedelen als wijnkooper, of als leverancier van comestibles, vermoedelijk had hij zijn hoofd boven water kunnen houden misschien zelf den stam van zijn doorluchtig geslacht kunnen overplanten in eenen vetteren bodem, waar de oude boom in de toekomst meer eetbare, zij het dan ook minder edele vruchten zou gedragen hebben: eene goede vracht sappige peren, bij voorbeeld, in stee van eenen wrangen oranje-appel of wat. Doch men weet het: wien de Goden verderven willen, dien benemen zij eerst het verstand. Het kasteel verkoos met steenen onverzettelijkheid een kasteel te blijven, de baron met middeneeuwschen hoogmoed een baron. En dan wat spreek ik van zijn geslacht! Had hij er nog een? Hij en zijne gade neef en nicht, die denzelfden naam droegen en de Nijenhorst tot hun gemeenschappelijk stamhuis hadden waren zij niet de laatsten van dien naam en van dat huis? Moest niet de vloek hen treffen, die sneller nog dan de geest des tijds onzen ouden adel wegslinken doet: de vloek der kinderloosheid, vergelding misschien voor de weeldezonden van zoo menigen