United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Geen Jacobijnen, geen gematigden, geen royalisten, slechts Franschen zullen er, hoop ik, van nu af zijn," waren na den staatsgreep zijn woorden geweest en de allereerste daden van het voorloopig bewind reeds hadden getuigd van dezen niet hoog genoeg te schatten geest van verzoening.

't Was olie in het vuur! Den 3en Augustus eischten de sectiën, waarin de hoofdstad was verdeeld, de vervallen verklaring des konings; in den nacht van 9 op 10 Augustus installeerde zich op het stadhuis een ultra-republikeinsche commune, alleen uit Jacobijnen samengesteld en den 10en Augustus werden de Tuilerieën, die slechts enkele honderden Zwitsers en nationale garden als verdedigers hadden, door het grauw bestormd.

De verbittering tegen de gematigden, thans beschuldigd van het heulen met den vijand en de emigrés en van het aansporen tot een contra-revolutie, werd door de Jacobijnen aanhoudend meer opgezweept. Telkens deed de Commune zich in de Conventie gelden.

Bij het leger onder Dumouriez, die door de Jacobijnen niet ten onrechte sterk verdacht werd van allesbehalve ultra-republikeinsche beginselen, gingen de zaken inmiddels niet naar wensch. Een aanval op de Vereenigde Nederlanden, in overleg met het ministerie van Oorlog door Dumouriez beproefd, mislukte.

Op hem beriepen zich de Jacobijnen, op zijn stoere demokratie, op zijn prijzen van het wantrouwen jegens elke regeering als een demokratische deugd, omdat elke regeering er naar streeft, de rechten der burgers te verkorten.

Enkele dagen te voren was een opstand uitgebroken in de hoofdstad onder de uiterste Jacobijnen, de zittingzaal der Conventie was men binnengestormd, bloed had gevloeid en een nieuwe periode van ellende en doodsangst had gedreigd, maar ten slotte hadden de gematigden en het goedgezinde deel der burgerij de zege behaald en de rust was hersteld.

Daar werden in ouden tijd de inwoners genoodigd, om op Goeden Vrijdag kabeljauw te komen eten, zooals men op Sint-Jan sardines ging nuttigen bij de Jacobijnen. Het kerkhof omgeeft de Sint-Davidkapel. Er bestaat een zoo goed als volledige lijst van de burgemeesters der stad van de eerste jaren der 16de eeuw tot 1790.

Na de beeldstormerij deed Jacob de Joigny de kapel herstellen en vergrooten. De Jacobijnen verkochten ze, in 1798, aan zekeren Thomas Lepape. Drie jaren nadien nam M. Martroye, van Oudenaarde, het gebouw in bezit. Hij verkocht het op zijne beurt, in 1831, en den 30 April 1833 stelde de bisschop van Gent de hedendaagsche bestuurwijze vast.

"Dit was niet het werk van de chouans, de priesters of de émigrés! In dit schelmstuk hadden de Jacobijnen, de moordenaars van 1792, de Septembriseurs de hand gehad. Die alleen waren tot zoo iets in staat" bulderde hij.

Dumouriez, die in stilte het plan had gevormd den oudsten zoon van Philippe Egalité, die als generaal onder hem diende, bij welslagen, door zijn leger tot koning te doen uitroepen, dan naar Parijs te rukken, en aan den druk der Jacobijnen met één slag een einde te maken, wachtte het oogenblik niet af, waarop hij door de Conventie ter verantwoording zou worden geroepen.