United States or Seychelles ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ook bezing de zon, in opkomst of ter noen, of, gelijk nu, in haar ondergaan, Ik ook weerklop het brein en de schoonheid der aarde, en van heel het leven der aarde, Ik heb ook den onweerstaanbaren drang gevoeld van mijn Ik-heid.

O, teleurgesteld, vernietigd, het hoofd op de borst, de oogen zoekende diep in de aarde, Gedrukt door het weten, dat ik heb dùrven openen mijn mond, Nu wetende, dat te midden van allen die hun niet uitklappen en mij de holle echo's hunner woorden in het oor blazen, ik zelf nièt het geringste denkbeeld heb gehad van het wat en wie mijner Ik-heid, Dat uit al mijn verwaten poëemen nu mijn werkelijke Ik-heid opstaat, nog altijd ongezegd, onbegrepen, onverklaard, onbereikt, Ik zie haar voor mij uit, mij bespottende met spot-beleefde groeten en buigingen, Met de galmen van uit de verte gehoord spotgelach, om elk woord dat ik heb geschreven, Zwijgend wijzen naar deze zangen èèrst, dan naar het zand onder mijn voeten.

Mijn aandacht geboeid, mijn oogen afgedwaald van het zuiden, aangetrokken door die rimpels in het zand, volgden het spoor der ebbegolven, Kaf, stroo, houtsplinters, zeegras en kwallen, Schuim, schilvers van glimmende rotsen, zeegras, dit alles had de vloed achtergelaten op het strand, Mijlen ver wandelde ik, steeds met het geruisch der brekende golven naast mij, Daar op Paumanok's kust, en in mij de oude gedachte, dat alles buiten mij wordt weerspiegeld door alles in mijn binnenste, Die gedachte kwam door U opnieuw in mij op, gij vischvormig eiland, Terwijl ik terugging langs de kust, die ik zoo goed ken, Terwijl mijn electrische Ik-heid mij deed zoeken naar mijn evenbeeld.

Ik geloof, kreeg ik ten antwoord, dat de wijsbegeerte van het historisch materialisme, wat zijn zuiver dialectischen ondergrond en wat zijn wezenlijk wijsgeerige kern betreft, door het proletariaat niet kan worden beoordeeld, dat het wat daarover gezegd wordt door groote denkers aanvaardt, terwijl die groote denkers m.i. niets anders doen dan op een bepaalde manier hun eigen ik-heid manifesteeren, zonder iets hoogers te geven dan iedere andere subjectieve wijsbegeerte.

Twee aan elkaar overgestelde stroomingen of neigingen in het wezen van Rousseau vereenigden zich in zijn godsdienstig gevoel en gaven hieraan een bijzonder karakter. De eerste was zijn geëxalteerd individualisme, in den loop der jaren vergroeid tot een monsterachtig zelf-gevoel, die hem zijn ik-heid deed beschouwen als absoluut-eenig.