United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al heb ik weinig, 'k heb genoeg; Zou ik een man benijden, Die altoos mooie kleeren droeg, Maar zwaare pijn moest lijden. Het werken houdt mij steeds gezond En vlug van lijf en leden. 'k Word wakker in den morgenstond Verkwikt en wel te vreden. De honger, dien ik zelden mis, Doet mij veel grager eeten, Dan of ik aan een konings disch, Was dag aan dag gezeten.

Versterkend? zeit meester, niks zeit ie: de rijken drinken het om de maag, die nooit trek heeft wat grager te maken; en lekker? meester had eens op een trouwerij het spelletje gezien, dat ze met de oogen dicht geen onderscheid tusschen wijn en water konden proeven, dat had ie zelf mee ondervonden, en nu zeg ik: als dát je lekker is, dan komt er toch ook voor een stooter verbeelding bij.

Veel liever wilde ik hier een zoeten bloemkrans plukken, Als met de Nijlsche kroon mijn voorhoofd prat omdrukken, Geen purper ruilde ik of koninklijk gesmijd , Met mijn omgorden rok, mijn herderlijk habijt , Geen wijnen liet ik in een gouden schale gieten, Voor eenen koelen teug geschept uit deze vlieten, Veel grager uit mijn maal smaakt deze spijze grof, Als al de lekkernij van 't koninklijke hof: Al schijnet 's konings hof te zwemmen in wellusten , 't Is wederom vermengd met zorgen en onrusten, Nu zal de koning zijn met purper schoon bekleed, En morgen toegerust met wapens dol en wreed, Nu zal zijn waardig hoofd de groote kroon bedwelmen, En morgen 't harde staal en 't blaauw van eender helmen , Drukt nu zijn sterke hand den scepter hoog en waard, 't Verandert 's anderdaags ligt in een vlammig zwaard.