United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


In het jaar 1882 kwam de te St.-Louis de Potosi gevonden Begonia Martiana gracilis in den handel. Deze rechtop groeiende soort met ronde knollen, vleezige, glanzende, metaalachtige bladeren en rose bloemen, die gedrongen in de bladoksels zitten, is zeker wel een der schoonste oorspronkelijke soorten en heeft dan ook niet weinig tot het winnen der nieuwere variëteiten bijgedragen.

De eerste der bovengenoemde groep van hangplanten wordt in de kamer vertegenwoordigd door het geslacht Isolepis. Er zijn twee soorten, de Isolepis pygmæa en de Isolepis gracilis. Beide soorten, die veel op elkander gelijken, komen zeer veel voor; het zijn, met haar aan het eind van den halm zittende onbeduidende bloempjes, dankbare kamerplanten.

Deze kroonboompjes plant men in kuipjes of groote potten, waarin zij, wanneer men ze nu en dan giert, jarenlang kunnen staan. Zulke kroonboompjes kunnen inderdaad prachtig bloeien. Voor dezen kroonvorm leent zich bij uitnemendheid de Fuchsia gracilis. Enkele Fuchsia's zijn door haar groeiwijze zeer goed geschikt voor ampelplanten.

De zeeleliën leven op groote diepten: de Pentacrinus Caput Medusae op 400 tot 500 Meters onder den waterspiegel, de Rhyzocrinus Lafotensis op 160 tot 1500 Meters, de Bathycrinus gracilis op 4000 Meters.

Tradescantia of Isolepis gracilis in plant, dan kan men de overblijvende ruimte met stukjes spons aanvullen. Deze zuigen het water op en zorgen dus, dat de aarde behoorlijk vochtig blijft, terwijl de fijne worteltjes er gemakkelijk in kunnen doordringen.