United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vlokken katoen, heede of wol en dergelijke stoffen, die het nest een aanzienlijken omvang, maar ook een tamelijk groote stevigheid verschaffen, worden op dit fondament opgehoopt; de binnenwanden krijgen een tamelijk dikke bekleeding van fijne worteltjes en paardehaar.

Het baden is voor hem een levensbehoefte. Het nest van den Kievit vindt men het veelvuldigst op uitgestrekte grasvelden en vochtige akkers, zelden in de onmiddellijke nabijheid van het water, nooit in het eigenlijke moeras. Het bestaat uit een ondiepe holte, die soms met eenige dunne grashalmpjes en fijne worteltjes sierlijk bekleed is.

Over dag ligt de Hazelmuis in den een of anderen schuilhoek te slapen, des nachts gaat zij haar voedsel zoeken, dat uit noten, eikels, harde zaden, sappige vruchten, bessen en knoppen van boomen bestaat; het liefst echter eet zij hazelnoten, die zij op een kunstige wijze opent en ledigt, zonder ze af te plukken of uit het napje te verwijderen. Ook zoekt zij lijsterbessen en wordt bijgevolg niet zelden in lijsterstrikken gevangen. Zij leeft in kleine gezelschappen, die niet bijzonder innig met elkaar verbonden zijn. Door iedere Hazelmuis, of door twee gezamenlijk, wordt in het dichtste struikgewas een zacht, warm, tamelijk kunstig nest van gras, bladen, mos, worteltjes en haren gebouwd; het dier zwerft vanhier uit iederen nacht door zijn gebied, bijna altijd gemeenschappelijk met andere, die in de nabijheid wonen. Het zijn echte boomdieren; zij klimmen merkwaardig goed, zelfs langs de dunste twijgen. In Augustus werpt het wijfje 3

Het nest verschilt al naar de standplaats; de nestholte is echter altijd met fijne worteltjes, halmen, haren van dieren en veeren bekleed. Het nest bevat 4

De broedtijd van den Vlaamschen Gaai valt in de eerste lentemaanden. In Maart begint het paar met den bouw van het nest; in het begin van April is het broedsel gewoonlijk voltallig. Het nest staat zelden hoog boven den grond, soms in den top van een lagen boom, soms in de kroon van een hoogeren, hetzij in 't midden van deze dicht bij den stam, of aan den buitenkant in de twijgen. Het is niet bijzonder groot; de onderste laag bestaat uit fijne, dunne rijsjes, de daarop volgende uit heide of dorre stengels van kruiden, de binnenbekleeding eindelijk uit fijne worteltjes, die zeer netjes gerangschikt zijn. De 5

Gewoonlijk broedt hij tweemaal, in gunstige zomers ook wel driemaal. Het half bolvormige nest wordt op hooge boomen of struiken in een stevigen gaffel of dicht bij den stam gebouwd en, al naar de gesteldheid van de omgeving, van zeer verschillende stoffen vervaardigd. Dorre rijsjes en worteltjes, kweek, droge halmen en wortels van grassen vormen de onderlaag, waarop een laag fijnere stoffen van dezelfde soort volgt, gewoonlijk gemengd met groene, op den bodem geplukte bladmossen of korstmossen of ook wel met propjes wol. Voor het bekleeden van de nestholte dienen eenige uiterst fijne worteltjes en halmpjes, waarop en waartusschen haren van Paarden, Herten en Reeën liggen en waarmede soms ook wel kleine vlokjes van dierlijke wol saamgeweven worden. Tegen het einde van April vindt men het eerste, in Juni het tweede, in het begin van Augustus het derde broedsel in het nest. Het bestaat uit 4

Sommigen willen haar ook dit beletten, om zich een rijken bloei te verzekeren, en draaien daarom de potten herhaaldelijk om, waardoor de worteltjes, welke buiten de potten in den grond drongen, afbreken. Dit is zeker een goede maatregel, als men maar niet verzuimt het minstens eenmaal om de acht dagen te doen.

Men vindt het nest van dezen Vogel bij ons op den grond tusschen hoog gras of heidekruid. Het is uit gras en worteltjes van planten vervaardigd. De eieren, vier in getal, zijn groot, olijfgroen en van groote, zwartbruine vlekken voorzien; zij worden voor een groote lekkernij gehouden.

Voor dit schoffelen neemt men een drogen, zonnigen dag waar, omdat het kleine onkruid, dat allicht tusschen de tanden van den hark ontsnapt, dan verbrandt, terwijl het anders, bij vochtig weer, zich licht weder met de worteltjes in den grond vasthecht, en het is juist dit kleine onkruid, waartegen men gestadig strijd moet voeren.

Sommige brengen slechts weinige takjes op een slordige wijze bijeen, andere vervaardigen althans een behoorlijke onderlaag, nog andere geven hieraan een komvormig gedaante; deze bekleeden de holte van binnen met riet en fijne takjes, gene met nog dunnere twijgen, worteltjes, haren en vederen; verscheidene bouwen een dak over het nest, enkele verlengen zelfs de ingangsopening tot een buis.