United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Schoolmeesters dan om tot hen terug te keeren behandelen de taal evenals Le Nôtre en zijne navolgers de tuinen en perken, die zij hadden aan te leggen: alles moet precies even stijf en regelmatig zijn: de rustbanken op gelijke afstanden en eene groote bank aan 't eind: geen slingerbochten, geen verrassende wendingen, geen bevallige ongelijkheden vooral, en dan alles volkomen geharkt, geschoffeld en gesnoeid.

Deze plantensoorten, die men in een koudere kamer, ja zelfs in den kelder kan overwinteren, brengt men in Februari aan den groei; zij worden dan goed gesnoeid, regelmatig gegoten en op een goed lichte plaats gezet. Het resultaat zal zijn, dat zij spoedig overal gaan uitgroeien. Van deze planten willen wij slechts vermelden de Fuchsia's, Heliotropen en Hortensia's.

De meest geschikte grond is goede bladaarde, waardoor een derde klei- of graszodengrond wordt gemengd. Na den bloei worden de planten gesnoeid, waarbij men vooral op den vorm moet letten; hierna worden zij in betrekkelijk kleine potten verplant en met Mei, op een tamelijk zonnige plek, buiten gezet.

Van deze tuinen kunnen noch de engelsche parken met hunne groote grasperken, door bloembedden en boomgroepen afgewisseld, noch de oud-fransche tuinen, met hun geschoren hagen en symmetrischen aanleg, eenig denkbeeld geven; de perzische bagh's zijn uitgestrekte velden, beplant met hooge platanen tot aan den top gesnoeid, en voorts bedekt met bloemen, zonder eenige orde of schikking, in de bontste verscheidenheid naast en door elkander gezaaid.

Snijdt men nu deze twijgen in het voorjaar terug, dan ligt vóór de hand, dat zij des zomers niet zal bloeien. De Hortensia is dus een voorbeeld van die planten, waarvan de krachtige scheuten in het voorjaar in het geheel niet gesnoeid mogen worden; men bepaalt zich tot het verwijderen der doode en te dichtstaande twijgen.

Vroeg in de lente wordt een tak ter dikte van een menschenvinger uitgekozen, en vlak onder eene groep van zulke punten afgekapt; alle kleinere takken worden gesnoeid, en de tak zelf omstreeks twee voet diep in den grond gestoken. In den daarop volgenden zomer schiet de stomp lange spruiten uit, en draagt nu en dan zelfs vruchten.

Deze boomen met hun zonderlinge, boven den grond uitstekende wortels, die een zoo eigenaardig effect maken, groeien langs alle wateren van het land; als het water gezakt is, zien zij er uit, alsof zij van onderen door een tuinman met zorg gesnoeid waren, want de bladeren vormen een horizontaal vlak, overeenkomende met den hoogsten waterstand.

Na deze voorbereidende werkzaamheden wordt de Roos gesnoeid. Men begint met alle zwakke twijgen af te snijden, zoodat er niet meer dan 4 of 5 sterke, goed rijpe twijgen aan iedere plant overblijven.

In de meeste gevallen zal een opmerkzaam, plantenliefhebber zeer spoedig zien, hoe hij zijn planten moet snoeien. Aan de ontwikkeling laat zich spoedig waarnemen of men een plant te lang of wel te kort gesnoeid heeft en men zal dan zeker niet nalaten, in het volgende jaar, rekening te houden met de opgedane ondervinding.

Als de stammetjes drie voet hoog zijn, begint de pluk; als ze de vijf voet hebben bereikt, worden zij geknot tot struiken. Het uitsnijden van den stam dwingt het boompje tot het maken van een menigte zijtakken. Op gelijke hoogte gesnoeid, vormen die een groot "snijvlak," waarvan altijd door weer hoeveelheden jong uitloopend blad te plukken zijn.