United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die bovennatuurlike dingen zijn een mengsel van Keltiese, Oosterse en alle mogelike andere sprookjesmotieven. De brommende reus en de storm komen in de 1001-nacht voor; de boom met de heerlike vogelenzang stamt uit de legende van de H. Brandanus, die een gekerstende bewerking is van oude Keltiese sagen.

Toch ligt hieraan ten deele een heidensch begrip ten grondslag, nl. de geestenwerende en geestenbannende kracht van het klokkengelui. Vandaar ook het klokkenluiden bij onweêr en sterfgeval, niets dan een gekerstende volksopvatting. II. De Volksfeesten.

Het onvolkomen gekerstende volksgemoed had nooit geheel den afkeer afgelegd van den man, die niet vechten mocht en kuisch moest leven. De ridderlijke hoogmoed, geworteld in dapperheid en liefde, stiet evenzeer als het ruwe volksbesef het geestelijk ideaal van zich.

In de 4de en 5de eeuw nog vond men in het offisieel gekerstende Gallië een aristocratie van hogere ambtenaren en grondbezitters die volkomen onverschillig bleven bij de kerkelike en politieke strijd van den dag en een leventje leidden van één en al genot, als in de beste dagen der oudheid. De laatste Gallo-romeinse schrijvers als Ausonius en Eutropius hoorden tot die kring.

De buurmeisjes hebben den neuzik vastgespeld; ook de bruidskroon is klaar, eertijds door de vriendinnen gevlochten. Zij is, evenals de ring, van Romeinschen oorsprong en door de Kerk in onze zeden ingevoerd. Hetzelfde geldt van de bruidskaars, die een gekerstende vervorming is der Romeinsche huwelijksfakkel, welke dienst deed bij het heemgeleide.

Uit Arabië kwam ietwat later de bekende verzameling van anekdoten en dierfabels die »Kalilah en Dimnah" heet; die werd eerst in het Hebreeuws vertaald en daaruit door een gekerstende Jood, Johannes van Capua, in 't Latijn. Behalve Zuid-Italië is ook Spanje een brug tussen het Oosten en West-Europa.

Uit de Talmud en van de Arabieren uit Spanje had de gekerstende Spaanse Jood Petrus Alphonsus dergelike regels voor tafelmanieren opgesteld in zijn »Disciplina Clericalis", geliefkoosde lectuur in de 12de en 13de eeuw. En kon men niet bij Ovidius lezen dat men niet schrokken moest, maar het eten netjes met de hand naar de mond moest brengen en zijn gezicht niet mocht volsmeren?

Wanneer wij nu weten, dat deze kerkmuziek in hoofdzaak niets anders is dan gekerstende Grieksche en Grieksch-Romeinsche muziek, zooals door Fr. A. Gevaert en A. Möhler uitvoerig is aangetoond, dan komen wij tot het verrassende resultaat, dat in de brokstukken van het hedendaagsche volkslied de muziek der heidensche klassieke oudheid nog voortleeft.

Maar van de werkelikheid, het nu, ijlt de fantasie òf de toekomst tegemoet wanneer de sagekoning uit de glanstijd die nu op het feeëneiland wegens zijn wonden verzorgd wordt, wanneer koning Arthur op zal staan en de oude Britten-heerschappij weer zal vestigen, of zij gaat terug naar de oude tijd, »ouder dan enige geschiedenis, die in enig boek geschreven is". Van oude heidense sagen die de gekerstende inwoners van Ierland en Wales niet meer verstaan, bouwt de fantasie lustige, luchtige sprookjes op, woest en barbaars, maar vervluchtigd en vormloos als vage, stralende dromen.

Nu is het geenszins te verwonderen, dat, toen het feest van de geboorte van Christus op 25 December in de IVe eeuw door de Kerk werd ingevoerd, aldra de gekerstende volksfantasie gebruiken en volksvoorstellingen ten deele in christelijken zin herschiep. De christelijk feestmystiek is ten deele volksmystiek; en vooral de volksmystiek van het Kerstfeest bergt menig Oudgermaansch overleefsel.