United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In dit zelve jaar, den 24ste van May, is op Oranjewoud, in Friesland, overleden Albertina Agnes, moeder van den overledenen Stadhouder, en dochter van Frederik Hendrik, Prins van Oranje, in den ouderdom van 62 jaaren. En in de maand van Augusty, is Amelia, weduwe van Hendrik Kasimier, Erfstadhouder van Friesland, enz., te Leeuwarden van eene Prinsesse bevallen.

Wy weten reeds, o Clio, hoe de slotvoogdes haren spruit had zien uittrekken tot bescherming zyner geïmprovizeerde dame, en hoe zy hem wel geen zegenbeden, heilwenschen of gewyden sjerp meegaf, maar 'n slaapmuts toch, en den bekenden sitsen nachtpon. Wy weten hoe Jonker Stoffel, erfstadhouder van den familieroem... Komaan, laat ons liever de zaak heel eenvoudig behandelen. Die Muze kan wegblyven.

In Maart, hebben de Friesen, overwegende beide de loffelyke daaden en voorzorge van 't Huis van Nassau, en in 't byzonder de groote gevaaren, die zyn Vorstelyke Doorluchtigheid, onze Heer Stadhouder, in groote manhaftigheid, had ten dienste van 't gemeen uitgestaan in de laatst voorigen slag in Henegouwen tegen de Franschen, het Stadhouderschap hem erflyk opgedraagen: alle de Heeren, zo van 't Land als Steden, leverden daar toe om de eerste te zijn, te meer, alzo de Hollanders den Prins van Oranje mede tot Erfstadhouder van hunne Provintie hadden aangenomen.

Albrecht, Hertog van Saxen. In den jaare 1498 is Albrecht, Hertog van Saxen, door Keizer Maximiliaan in Friesland gezonden; hem aanstellende tot Erfstadhouder, of Erfpotestaat van Oostergo, Westergo, Sevenwouden, Groningen en Ommelanden, Ditmarsen, Strandfriesen, Wirsters en van Stellingwerf: zynde de Keizer, door quaade aandieningen van zyne Gezanten, verkeerdelyk onderricht omtrent de verschillen der Landzaaten: te weeten, als dat dezelve wel tot merkelyk nadeel van het Roomsche Ryk mogten uitvallen: heeft daarom de vryheid der Friesen omverre geworpen, alschoon dezelve van Karel den Grootes tyden af, ook by zynen vader Sigismund, en noch onlangs door hem zelve zo wel bevestigt was.

In den jaare 1683, in November, is de Erfstadhouder van Friesland, Hendrik Kasimier, en zyne Gemaalinne Amelia, te Leeuwarden, met staatsiewagens en vertooningen, nevens een groot en prachtig vuurwerk, ingehaald: doende, eenige dagen daar na, zynde den 17de van September, ook zyne intrede binnen Groningen.

HENDRIK CASIMIR II, Prins van Nassau, geboren den 18 Januarij 1657, in 1672 tot Stadhouder en Kapitein-Generaal en in 1675 tot Erfstadhouder, mede door Groningen en Drenthe, verkoren, aanvaardde hij in 1679 het bewind.

Op den 25 April 1747, op den zelfden dag, dat de Prins uit Leeuwarden een brief afzond, waarbij hij den Staten van Zeeland zijne hulp en dienst aanbood, ging weder uit het kleine Vere het eerst de kreet op, die, ijlings verspreid, dadelijk weerklank vond in geheel Zeeland, Holland en de overige gewesten, zoodat binnen weinig tijds de volksstem Prins WILLEM CAREL HENDRIK FRISO, als WILLEM den vierde, als door een wonder, tot Erfstadhouder en Kapitein-Generaal en Admiraal over al de Vereenigde Nederlandsche gewesten verhief, en met zoo vele eerambten en waardigheden overlaadde, als nog geen zijner voorgangers had bezeten.

In den jaare 1686, in July, overleed de jonge Prins van Nassau, zoon van den Erfstadhouder van Friesland, enz.; en omtrent een maand daar na beviel de Vorstinne weder van een jongen Prins. In dit zelve jaar, den 22ste van November, wierd Groningerland, door een afgrysselyke watervloed aangetast, al het omleggende land overdekkende; waar door veele menschen en beesten het leeven verlooren.

Na in 1718 tot Stadhouder van Groningen en in 1722 van Drenthe en Gelderland verkozen te zijn, zag hij zich in 1747 door de volksstem eensklaps tot Erfstadhouder van al de overige provinciën uitgeroepen en als Willem de vierde met waardigheden overladen.

In den jaare 1708, in February, is zyne Hoogheid Jan Willem Friso, Prins van Oranje en Nassau, en der Friesen Erfstadhouder, door de Edele Groot Mogende de Heeren Staaten van Stad en Lande, tot Stadhouder over derzelver Provintie aangenomen.