United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij verhaalt, dat elke Brulaap zich met de handen aan den staart van zijn buurman vasthoudt, en dat het geheele gezelschap op deze wijze een keten vormt, waarvan de schalmen Apen zijn; deze keten hangt aan den om een boomtak geslingerden staart van den eersten Aap, en wordt door de vereenigde krachten van alle leden aan 't slingeren gebracht, totdat de onderste Aap een tak van een op den anderen oever staanden boom heeft gegrepen.

Toen Pichegru en zijne gezellen van Cayenne naar Suriname vluchtten, joeg het gebrul van de Tijgers hun veel schrik aan; blijkbaar is dit gebrul niets anders geweest dan het geschreeuw van den Brulaap; stellig zal iedereen, die dit geluid voor de eerste maal hoort, en niet weet, dat het van onschadelijke Apen afkomstig is, er door met vrees vervuld worden.

Als de persoon, waaraan de Brulaap zich gehecht heeft, voor eenigen tijd afwezig is, dan hoort men den Aap aanhoudend rochelen en schreeuwen, hetwelk hoogst onaangenaam is. Bovendien verbreidt hij een eigenaardigen walgelijken reuk, die zoo sterk is, dat men de nabijheid van Brulapen in het woud gemakkelijk door den reuk kan gewaar worden. Zij brengen slechts één jong ter wereld.

De Brulaap is traag en droefgeestig; hij springt alleen, als hij vervolgd wordt; in alle andere gevallen klautert hij behoedzaam op de boomen rond, terwijl hij zich met den staart vasthoudt. Jong gevangen dieren worden zeer tam en gezellig; zij spelen wel met Katten en Honden, maar zijn meestal treurig.

Slechts zelden geeft men zich de moeite een Brulaap te temmen; bovendien biedt de opvoeding van deze dieren eigenaardige moeilijkheden aan. Rengger zag er slechts twee tam, die beide meer dan een jaar oud waren. Zij werden met allerlei boombladen gevoederd, en gaven hieraan de voorkeur boven ieder ander voedsel.

Zij waren aanstonds bereid, ons te helpen, en gingen met onze beide tolken het bosch in; terwijl onze dragers inmiddels hout bijeen zochten en een vuur aanmaakten. Weldra vielen vijf geweerschoten, en kort daarop keerden onze lieden terug met wildbraad en vruchten in overvloed. Het wildbraad bestond in een afschuwelijk leelijken brulaap, drie hoccos en vijf patrijzen.

Kappler zegt van den Rooden Brulaap in Guyana: "Hij leeft in kleine troepen, die zelden uit meer dan tien individuën bestaan, waarbij zich echter altijd een volwassen mannetje bevindt, dat op de boomen een hoogere zitplaats inneemt dan de anderen; dit dier fungeert als kapelmeester bij het afschuwelijk concert dat de Apen geven.

Het wijfje is kleiner en donkerder van kleur. Zijn lengte bedraagt ongeveer 1.3 M., waarvan de helft op den staart komt. Dit dier komt alleen in Paraguay voor, de Aloeate echter in het geheele oosten van Zuid-Amerika. De Brulaap behoort tot die Amerikaansche dieren, waarmede de reizigers reeds sedert den aanvang van het geschiedkundig tijdperk in dit werelddeel bekend geworden zijn.

De jammerende toon, die aan den Brulaap eigen is, ontstaat, als de lucht met geweld de beenige trommel binnenstroomt. Als men bedenkt, hoe groot deze beenige doos is, verwondert men zich niet meer over de sterkte en den omvang van de stem dezer dieren, die hun naam met het volste recht dragen."