United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Slechts zelden geeft men zich de moeite een Brulaap te temmen; bovendien biedt de opvoeding van deze dieren eigenaardige moeilijkheden aan. Rengger zag er slechts twee tam, die beide meer dan een jaar oud waren. Zij werden met allerlei boombladen gevoederd, en gaven hieraan de voorkeur boven ieder ander voedsel.

Rengger voegt aan deze mededeelingen van Azaba het volgende toe: "Ik heb wel honderdmaal de wonden van muilezels, Paarden en Runderen onderzocht, zonder tot zekerheid te geraken over de wijze, waarop zij toegebracht werden. De bijna trechtervormige wonde heeft gewoonlijk 6 mM. middellijn (soms iets meer) en, al naar het getroffen lichaamsdeel, een diepte van 2

"Gewoonlijk," zegt Rengger, "leven de Paarden bij troepen in een bepaald gebied, waaraan zij sinds hun jeugd gewoon zijn. Bij iederen hengst voegt men 12

Men kan de geschiktheid van den poot van het dier voor deze jacht niet genoeg bewonderen; het dubbele pantser van de Schildpad wordt er mede geledigd, alsof de spierbundels met een heelkundig instrument van de beenderen waren losgemaakt." "Het valt een geoefenden jager niet moeielijk," schrijft Rengger, "den Jagoear gedurende zijne jachten na te gaan, vooral langs de rivieren.

"De Bisamzwijnen worden," volgens Rengger, "veelvuldig gejaagd, gedeeltelijk om hun vleesch, gedeeltelijk ook wegens de schade, die zij in de plantages aanrichten. Gewoonlijk zoekt men ze met Honden in de wouden op en doodt ze door schoten of lanssteken.

Naar Rengger bericht, werpt de in vrijheid levende Neusberin in October 3

Kort na hem werd het door Humboldt, later door Rengger en Schomburgk, eindelijk ook door Bates beschreven. Deze dieren vormen in zekeren zin den overgang van de Eigenlijke Apen tot de Half-Apen, die evenals zij een nachtelijke levenswijze hebben en ook in andere opzichten op hen gelijken.

In zijn drek vond Azara de stekels van een Stekelzwijn; zijn maag bevatte, volgens Rengger, overblijfselen van Ratten en Agoetis; hieruit blijkt, dat hij ook kleine dieren belaagt. Men heeft trouwens waargenomen, dat hij in het riet op watervogels jacht maakte, en zeer behendig Visschen uit het water haalde. Reeds Pöppig bericht, dat zelfs de Kaaiman door hem niet met vrede gelaten wordt.

Het leger bestond uit bladen, belegd met een soort van mos, dat op de boomen groeit; hieruit schijnt te blijken, dat deze dieren op een bepaalde plaats leven en geregeld in hetzelfde leger gaan rusten. Rengger beweert, dat men altijd slechts één paar van deze dieren vindt, dat zij nooit grootere gezelschappen vormen; Bates bericht echter, dat dit wel gebeurt.

Zoo leiden, naar Rengger mededeelt, de Katten in Paraguay een zeer zelfstandig leven. Toch komen daar nergens werkelijk verwilderde Katten in de bosschen voor; zelfs zijn zij verdwenen uit de vroeger bewoonde gewesten, waar zij bij het vertrek der blanken achtergelaten werden.