United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij ging naar den donkeren winkel naast het klooster der Benedictijnen, waar meester Pamphilio zijn ridderromans vertelde. Zij kwam om hem te vragen of hij op haar bazaar wilde komen om het publiek te onderhouden, met Karel den Grooten en zijn paladijnen; maar daar hij midden in een verhaal was, moest zij wachten.

Tot de mogelijkheid van den herbouw droegen bij de Fransche Benedictijnen, die in ons land gastvrijheid genieten en in Oosterhout een klooster hebben gesticht, naast vele aanzienlijke nederlandsche Katholieken.

Ook de Benedictijnen van Daphné stonden niet altijd op den besten voet met hun hertog; en meer dan eenmaal moest de tusschenkomst van den paus worden ingeroepen, om de geschillen bij te leggen en de verhouding te regelen tusschen de burgerlijke overheid en de geestelijke orden, die op bijna volstrekte onafhankelijkheid aanspraak maakten.

De kerk is eene van de oudste en merkwaardigste van het byzantijnsche tijdvak, en is waarschijnlijk, naar de bouworde te oordeelen, uit de zesde of zevende eeuw afkomstig. Nevens de kerk verrijst een vierkante toren, door de Benedictijnen gebouwd, zoowel om daarin de klokken op te hangen, als om tot wachttoren en uitkijk te dienen.

Deze verkeerde ijver heeft eene aanmerkelijke schade aan de letterkunde toegebragt; want men moet tot lof van de Benedictijnen zeggen, dat zij de wetenschappen beoefenden en bewaarden, toen die voor een groot deel der wereld verloren waren.

Het behoorde, evenals de Abdij van Rijnsburg, tot de orde der Benedictijnen en was wellicht een stift voor adellijke jonkvrouwen. Doch voorspoedig schijnt het dit klooster niet te zijn gegaan; het is thans totaal verdwenen. Men meent, dat het gestaan heeft op de gronden, waar thans de hofstede "Groot Werendijke" gevonden wordt.

Het doel des Stichters was eene kweekschool voor de wetenschappen, welke destijds bijzonder door de Benedictijnen werden beoefend, aan te leggen. Oudh. en Gest. II. 286; West. Jaarb. I. 123; F. Sjoerds, Jaarb. II. 55, 56, 270, enz.

De stad strekte zich eertijds noordwaarts uit: een klooster der Benedictijnen, dat daar vroeger stond, is thans onder het water bedolven en verwoest, met uitzondering van twee putten, wier metselwerk weerstand heeft geboden aan het water, en waaruit men nog zoet water putten kan. Jaarlijks gaat de zee twee meters vooruit.

Overal worden kloosters gesticht voor monniken en nonnen; kloosters van Benedictijnen, Cisterciensers, Praemonstratensers. Door de instelling der bedelorden komt het monnikwezen in een nieuw stadium van ontwikkeling. Vooral de orde der Franciscanen breidt zich meer en meer uit. De bagijnen beginnen hare hoven te stichten. Voorname abdijen als die van Egmond, Rijnsburg, Leeuwenhorst verrijzen.

Dezen noemen zich Benedictijnen , genen Bernardijnen , dezen Brigidensen , genen Augustijnen , dezen Willemieten , genen Jacobieten , alsof het waarachtig te min ware Christenen te heeten.