United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het oude Huis van Strijen, ook wel het "Kasteel van Oosterhout" genoemd, was opgetrokken uit steenen van de grootste soort, zeer sterk door hoog opgebouwde muren en torens, omringd met wallen en voerde den titel van "hooge heerlijkheid". Willem van Duivenvoorde had bij het huis een schoone diergaarde aangelegd, ongeveer 1900 meter lang; later verviel dit park en in de plaats daarvan vond men later een bosch.

Zelfs in de jaren 1795 en 1810 werd de rust der vrouwen van dit klooster niet gestoord en zoo bleef het bestaan tot den huidigen dag. Op eenige minuten ten N. van Oosterhout, ten O. van den weg naar de haven, vindt men een ruïne, bestaande uit twee afgebrokkelde muren, die samen een hoek vormen, waarschijnlijk het ondergedeelte van een toren, nog met venster- en schietgaten.

Een breede, woeste boschstreek breidt zich hier uit naar het oosten, zoo hier en daar oprijzende in landduinen en in het noorden begrensd door een vruchtbare, dicht bevolkte landstreek. Wij dwalen hier rond en richten onze schreden naar Oosterhout, dat zich zoo schilderachtig voordoet van dezen kant en wel de koningin schijnt van de nederzettingen langs den boschzoom.

En nu geen woord meer van Keetje, totdat we haar zien." De twee vrienden kwamen te Oosterhout, en zagen Keetje. Zij traden de herberg binnen en vonden haar bij het venster bezig met eenig naaiwerk.

Daarop begon de man tot in het oneindige te praten over de deugd der soberheid en welk een groote ondeugd de gulzigheid was, waarbij hij een menigte voorbeelden van overdaad wist aan te halen, die allemaal heel treurig eindigden. Zoodra het ontbijt afgeloopen was maakten oom Boudewijn en Pieter zich klaar, om naar Oosterhout te gaan en den schout in kennis te stellen van hetgeen er gebeurd was.

Op den terugweg van Oosterhout naar Breda maken wij gebruik van den stoomtram, omdat de weg door bosschen, duinen en bouwlanden verder weinig belangrijks te zien geeft. Wij bevinden ons weder in Breda, maar zullen in de stad niet langer vertoeven. De paardentram voert ons op gemakkelijke wijze naar Ginneken.

"Daar hei je der één van," zegt Gerrit, "maar laat me na kooi kruipen, zonder dat ik me met iets meer heb te bemoeien." Het Noordbrabantsche Meisje. Op een mooien Augustusvoormiddag des jaars 1839, betraden twee jonge menschen den vermoeienden, maar schoonen zandweg tusschen Terheide en Oosterhout.

Tot de mogelijkheid van den herbouw droegen bij de Fransche Benedictijnen, die in ons land gastvrijheid genieten en in Oosterhout een klooster hebben gesticht, naast vele aanzienlijke nederlandsche Katholieken.

In Oosterhout vindt men een bekend en goed ingericht hôtel, de "Koppelpaarden", met een flinken, fraai aangelegden tuin, waar des zomers velen zich tijdelijk vestigen, om er te genieten van de rustige, landelijke natuur der omstreken.

Voorbij Ter-Aalst in de richting van Oosterhout wandelend, bevinden wij ons weldra in een prachtig landschap. Achter ons de bosschen van Ter-Aalst, eenigszins hoog gelegen, terwijl vóór ons de golvende velden langzaam afdalen en het stadje Oosterhout, benevens onderscheidene dorpen, op de bouwlanden verrijzen.