United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uit deze villa zond deze paus, naar alle koninkrijken der christenheid, zijne heftige bullen en dreigende brieven tegen de Turken; en daar ook ontving hij geregeld het jaargeld van veertigduizend kroonen, hem door sultan Bajazet toegelegd voor het bewaren van zijn broeder Zizim, dien de sultan voor zijne rust en veiligheid gevaarlijk achtte.

Het werd juist omstreeks den tijd, waarop Shakespeare te Londen aankwam, gespeeld en kan ter vergelijking met diens eerstelingen strekken; dit moge de eenigszins uitvoerige bespreking rechtvaardigen. Hierna krijgt Bajazet, die de neep des hongers niet kan weerstaan, wat te eten.

Damascus, tot het uiterste gebracht, zendt vier maagden tot Tamerlan, om genade te verwerven, doch zij worden meedoogenloos geslacht. Dit wordt gevolgd door een alleenspraak van Tamerlan, die van zijn hartstochtelijke liefde voor Zenocrate getuigenis aflegt. Toch is hij niet verzacht, want hij laat terstond daarna Bajazet, in zijn kooi, met Zabina voor zich brengen; doch op het bericht, dat wel Damascus genomen, maar de sultan van Egypte, alsmede de koning van Arabië, vroeger met Zenocrate verloofd, met hun leger nabij zijn, vertrekt hij terstond ten strijde. Bajazet, alleen gelaten, maakt, na een gesprek met zijn echtgenoote Zabina, van de gelegenheid gebruik om zich het hoofd tegen de kooi te verbrijzelen en Zabina volgt zijn voorbeeld. Zenocrate verschijnt en klaagt bitter over Tamerlans wreedheid. Middelerwijl woedt de strijd, de koning van Arabië komt doodelijk gewond op en sterft; onmiddellijk daarna komt Tamerlan als overwinnaar terug, vergezeld van den sultan van Egypte, die in zijn macht is gevallen, doch het leven behoudt en zelfs zijn rijk terugontvangt, zooals Tamerlan zegt in een toespraak, die het eerste stuk besluit (V. 2): Dat het tweede deel verscheiden jaren later speelt, blijkt hieruit, dat er drie zoons van Tamerlan en Zenocrate in optreden, allen reeds van den leeftijd om de wapenen te voeren. Doch overigens in alles hetzelfde, Tamerlan is er met de jaren niet makker op geworden; eer zou men zeggen, dat zijn woestheid nog is toegenomen, en tevens treden er eenige tegenstanders op, die evenzoo van hun legers, gevechten en overwinningen zwetsen, kortom een even grooten mond opzetten als hij. Zij worden natuurlijk overwonnen; Tamerlan spant een paar der gevangen koningen voor zijn wagen, legt hun een gebit in den mond, neemt de teugels in de linkerhand en een zweep in de rechter, waarmede hij hen voortdrijft; zoo verschijnt hij een paar keer ten tooneele (IV. 4 en V. 1). De woorden van den zwetsenden Pistool, Falstaff's vaandrig (2 Kon. Hendrik

De groote Akbar toonde zich onverzoenlijk, en liet allen, die nog in het leven waren gebleven, ombrengen; hij overtrof in vernielingswoede Ala-Oedin en Bajazet, en verwoestte of schond al de monumenten van Tsjittore. De godin Kangra-Rani had beloofd, deze rotsvesting nooit te zullen verlaten, zoolang nog een der afstammelingen van Bappa zich voor haar ten doode zou wijden.

Men kon er als reliek een hand van Johannes den Dooper zien, in goud gevat en ingelegd met diamanten, robijnen en andere kostbare steenen. Zij was door Bajazet geschonken aan Pierre d'Aubusson, Grootmeester van Rhodus.

De rana, een man van een heftig en wantrouwend karakter, door zijne edelen verlaten, die zich in Tsjittore hadden opgesloten, trok moedig den sultan tegen, maar werd verslagen. Onmiddellijk werd nu de hoofdstad belegerd, en Bajazet maakte daarbij gebruik van geschut: een wapen, dat de Radsjpoeten tot dusverre hadden versmaad.

Men kon er als reliek een hand van Johannes den Dooper zien, in goud gevat en ingelegd met diamanten, robijnen en andere kostbare steenen. Zij was door Bajazet geschonken aan Pierre d'Aubusson, Grootmeester van Rhodus.

Na zooveel doodsche en kleurlooze tooneelen, was dit een verrukkelijk schouwspel, dat de meeste reizigers, die langs den grooten weg, uit het Noorden komen, nimmer genieten. De sterkte, die hier door Sultan Bajazet werd gebouwd, was zeer zeker onneembaar.

Bajazet werd, bij het gezicht dezer brandende, met dooden en stervenden opgevulde stad, van afschuw bevangen, en verliet haar zoo spoedig mogelijk. Ruim dertig jaren later was Tsjittore nogmaals uit zijne asch herrezen, toen keizer Akbar het beleg voor de stad kwam slaan. De eerste maal werd hij, dank zij den heldenmoed van den rana Oedey-Singh, terug geslagen; maar kort daarop kwam hij terug.

Daardoor kwamen de Serviërs zeer in het nadeel en toen later op den dag de Turken versterkt werden door nieuwe troepen onder bevel van des Sultans zoon Bajazet, was de Turksche overwinning volkomen. Prins Lazarus werd gevangen genomen en onthoofd; de sultan zelf kwam om door de hand van den Servischen voïvode Milosh Obilitch. Het eindsucces van de Turken.