United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tintouï, dat zijn gewicht vooral dankt aan zijne ligging aan den ingang der passen van het Dounghêr-gebergte, behoort nog aan den Guikowar, en vormt aan deze zijde de uiterste grens van zijne staten; maar dit aanzienlijke vlek is tevens de residentie van een radsjpoeten baron of thakoer, die wel in naam de heerschappij van den koning van Baroda erkent, maar inderdaad onafhankelijk en de wezenlijke beheerscher des lands is.

Evenals het meer Petsjola is ook dit meer kunstmatig gevormd, door afdamming van de rivier Bunas, een op zich zelf zeer onbeduidend stroompje, dat op die wijze twee der fraaiste meren van Indië, op eenige mijlen afstands van elkander gelegen, voedt. De dijken van de meren Oedey-Sâgur en Petsjola verdienen met eere genoemd te worden onder de groote werken, door de Radsjpoeten tot stand gebracht.

Wel hadden wij in de verte enkele naakte en lage heuvelreeksen gezien, als het ware de eerste voorloopers van het Doenghêr-gebergte, waarachter het land Bâghoer, het land der Bhîls, ligt: eene wilde, bergachtige streek, die de hooge vlakte van Malwa van Goezerate scheidt, en ten zuidoosten aan het uitgestrekte gebied der Radsjpoeten grenst; maar toch verraste ons, in den vroegen morgen van den 23sten December, het gezicht van een dorp, waarvan de hutten schilderachtig lagen verspreid langs de helling van een bevalligen heuvel van witachtigen zandsteen.

De rana, een man van een heftig en wantrouwend karakter, door zijne edelen verlaten, die zich in Tsjittore hadden opgesloten, trok moedig den sultan tegen, maar werd verslagen. Onmiddellijk werd nu de hoofdstad belegerd, en Bajazet maakte daarbij gebruik van geschut: een wapen, dat de Radsjpoeten tot dusverre hadden versmaad.

En inderdaad, zoowel door hun gelaatsvorm, zoozeer van dien der andere Hindoes afwijkende, als door hunne zeden en gewoonten, schijnen de Radsjpoeten veelmeer aan de oude Parthen, dan aan de oorspronkelijke vedische Kshatriyas verwant. Waarschijnlijk zijn zij de laatste emigranten van arischen stam, die uit het hoogland van Midden-Azië in Indië doordrongen.

In dien tijd hielden de Radsjpoeten zich nog afgezonderd van de eigenlijke Hindoes, waarvan zij zich ook door hunne godsdienst onderscheidden. Zij waren destijds Djaïnen, doch omhelsden reeds vrij spoedig het Brahmanisme, met name de eeredienst van Çiva.

Men zal zich, na het gezegde, eenigermate een denkbeeld kunnen maken van den geweldigen indruk, dien de rampen van deze stad op de Hindoes moesten maken: eene stad, die gedurende de lange onafhankelijkheidsoorlogen het voornaamste brand- en middelpunt der hindoesche nationaliteit was, en daarbij de trots en de laatste hoop der ridderlijke Radsjpoeten.

In eene vergadering van inlandsche vorsten bekleedt de Rana altijd het gestoelte der eere, en heeft het recht te allen tijde het woord te voeren; in de geschillen, die wegens kwestiën van kaste of godsdienst tusschen de Radsjpoeten onderling ontstaan, is hij de hoogste scheidsrechter en zijne uitspraak beslissend.

Twee clanhoofden, Jeimul en Puttoe, hadden het bevel over de vesting op zich genomen; zij deden al wat menschelijkerwijze mogelijk was om de stad te redden, en hun onbezweken heldenmoed wekte zoozeer de bewondering zelfs der aanvallers op, dat tot op den huidigen dag hunne namen bijna evenzeer door de muzelmannen als door de Radsjpoeten in hooge eere worden gehouden.

Zij zijn dan ook inderdaad veel aan de Engelschen verschuldigd, die gedaan hebben wat zij konden om hen uit hun ellendigen toestand op te heffen, en die in ieder geval een einde hebben gemaakt aan de jaarlijksche strooptochten der Radsjpoeten, waarbij de dorpen werden verbrand en de oogsten vernield.