United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een Engels geestelike vertelt, in de 12de eeuw, hoe de speellieden de hoorders tot tranen toe bewogen, door van de ongelukken te vertellen die de edele held Artus of Gauvain vervolgden, maar hij vindt dat men bij het voordragen van Christi lijdensgeschiedenis veel meer tranen zou moeten storten.

Wanneer er gezanten de grote zaal van Artus binnenkomen, pochend en vol drukte zoals er dat in de heldensage bij hoort, dan antwoordt de koning zachtmoedig glimlachend: »Vriend, zeg ons uw boodschap; dat zal niemand u verhinderen."

De burchtgravin en de dienstbaren zijn gelukkig zo druk bezig met hun meester die in de ridderzaal ligt te sterven, dat zij hem niet opmerken, alleen een der camerieres heeft hem gezien en wat nog beter uitkomt, eens toen zij met een boodschap naar het hof van Artus was gekomen, had Ivan haar een kleine beleefdheid kunnen bewijzen; als dank voor die ridderlikheid belooft zij niet alleen hem niet te verraden, maar zij geeft hem ook een ring die hem onzichtbaar maakt.

En met zijn dramatiese dichtergave weet hij in zijn romans het konflikt tussen riddereer en ridderliefde ten top te drijven. In »Erec en Enide" wordt verhaald hoe Erec, een der ridders van koning Artus, door de dwerg van een onbekend ridder gehoond is geworden.

Artus is »le bon roi", schoon, en in zijn optreden helemaal een jonge man, maar iemand die, al kon hij, als het er op aan kwam, dapper genoeg zijn, toch niet aldoor maar ten strijde trok, in de regel zit hij vreedzaam op zijn kasteel, vrolik en gezellig, alleen maar aan feesten denkend; sombere gezichten om zich heen kan hij niet dulden, verklaart hij.

In de sage zal deze koning der ezelsoren niet anders dan de goedgelovige nar geweest zijn, lichtgelovig tegenover Isolde en die zich ook even licht door de verklikkers laat ophitsen. Bij Berol verwijt koning Artus hem ook dat hij wispelturig is en veel te gauw toegeeft.

Met poenerige trotsmoedigheid zet de ridder zijn dame op het spel, zodra iemand hem maar uitdaagt om haar te strijden. Komt er een vreemde strijdridder aan het hof van Artus, die een ieder uitdaagt die maar wil om met hem om de koningin te vechten, dan neemt Artus dit dadelik aan.

De volgende morgen helpt zij hem bij het aantrekken van zijn wapenrusting, »dat liet zij zich niet twee maal vragen," zegt de dichter schelms, en Erec overwint in de strijd en geeft haar de prijs: een sperwer. De volgende dag trekt Erec met Enide naar het hof van koning Artus.

"Ja," zegt Hemoni, in antwoord op onzen vragenden blik, "dat zijne de beeld, die motte kom te staan op de nieuwe stattuis, boven de frontispice, foor en akketer, datte de werk van monsieur Artus Quellin." "Ja gewis," merken wij aan, "die beelden zijn voortreffelijk en gemakkelijk te erkennen voor wat zij moeten voorstellen; maar die man?.... wien moet hij verbeelden?"

En zo is het werkelik geen wonder dat als er eens een man met een wondermantel aan het hof van koning Artus komt, welke slechts die dame past die zich niets te verwijten heeft, en een andere keer een man met een drinkbeker waarvan alleen die man kan drinken zonder te morsen, wiens echtgenote zijn eer nooit bezoedeld heeft, dat dan blijkt, tot schrik van enkelen, maar tot groot vermaak van de meesten, dat de mantel zo goed als geen enkele dame past en geen echtgenoot uit de horen kan drinken.