United States or Djibouti ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een prachtig schouwspel levert zij op te midden van de prachtige waterleliën, welker kleuren door de hare in de schaduw worden gesteld, pijlsnel loopend over de dicht dooreengegroeide, groote, groene bladen, voortdurend bezig met het zoeken van haar voedsel, dat vooral uit waterinsecten en hunne larven, doch ook uit zaden bestaat.

De daarop volgende geleek het boudoir eener fransche hofdame uit den tijd van Lodewijk den XVde: een ameublement van zeegroen damast; vergulde lustres, een geheel vormend met ovale spiegels; werktafels van kruiselings ingelegd rozenhout met in vergulde schoentjes gevatte pooten; boven eene kanapee het zachtgekleurd portret eener bruid uit de school van Greuze; eene vergulde kroon, die voor een ruiker van waterlelien zou hebben kunnen doorgaan; snuisterijen om te stelen; eene pendule van saksisch porselein, op wier top men een kleinen herder met keurig geschoren baard, eene korenbloem in den hoed van een herderinnetje steken zag.

In platboomde booten zamelen de oeverbewoners ook voedsel in voor hun vee op die reuzenweiden van waterleliën en lotusbloemen. Zij zingen onder het werk, terwijl ze met hun handen de natte bladeren afrukken van de met een kleverig vocht gevulde stelen, en de wind voert de zich eindeloos herhalende, melancholieke hindoesche liederen zeer ver mee.

Porceleinen hangers prijkten met elegante festoenen van kunstbloemen, die zoo keurig gemaakt worden uit het merg der »Arabia papyritera" van het eiland Formosa en die in frischheid wedijverden met de witte waterleliën, de gele goudsbloemen en de roode Japansche lelies, die in fraai gesneden houten bakken stonden.

Gyges bood den zijnen der jeugdige moeder aan, die het kroontje van sneeuwwitte waterleliën op hare volle bruine lokken drukte, en met dezen eenvoudigen tooi er zoo lief en schoon uitzag, dat Bartja, ondanks de tegenwoordigheid van zoovele getuigen, niet kon nalaten, haar op het voorhoofd te kussen. Het gesprek nam nu eene meer vroolijke wending.

Zoo onderscheidde hij een frambozenberg, een dirkjesbosch en een aardbeiëndal. Heel achter was een plekje, dat hij het paradijs noemde en daar was het natuurlijk erg heerlijk. Daar was een groot water, een vijver, waar witte waterleliën dreven en het riet lange fluisterende gesprekken hield met den wind. Aan de overzijde lagen de duinen.

Daar verheffen zich de triomfbogen van het Westen en van het Oosten, daar is het Noorder- en het Rozelaarskanaal met hunne witte en blauwe waterleliën.

Over het water, te midden der heerlijke waterleliën, zag hij de schoonste Alve, die hij ooit had aanschouwd, zich wiegelen op de als goud, schijnende herfstdraden en zich spiegelen in het heldere nat, dat zich onder haar zachtkens rimpelde. Zoo blank, zoo schitterend, zoo edel, zoo verlokkend en betooverend had zijn land nooit iets opgeleverd.

Het zijn zeer bevallige, argelooze Vogels, die nevens de waterleliën en andere fraaie waterplanten zulk een bekoorlijken indruk maken, dat zij iedereen voor zich innemen, hoewel hun aard niet in alle opzichten beantwoordt aan de gunstige meening, die hun aanblik wekt.