United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


De aardappels bereid volgens R. 171 of volgens R. 170, de laatste, na van de schil te zijn ontdaan, worden fijngemaakt en met warme melk of een sausje tot een fijne brij omgeroerd onder toevoeging van boter en desverkiezende wat fijngehakte peterselie.

Daarentegen is Miigen een eerenaam, want hij wijst er op, dat de Makkumers dit Friesche woord, dat "magen, bloedverwanten", in 't bijzonder "neven, kleinzonen" beteekent, nog in eere houden. Lollum: Stippers. Door stip wordt een mager sausje aangeduid. Zie verder nog het rijke materiaal bij Waling Dijkstra t.a.p. I. bl. 288-294. Groningen. Delfzijl: Klokkedieven, Krabben.

De meest gebruikelyke remedien zyn gemaakte fermeteit, nagebootste flinkheid, linksche jacht op iets ondeftigs, alles overgoten met 'n sausje van zoeterig-vieze gemoedelykheid liefst in Wandsbecker-Bote-manier, of iets van dien aard als 't maar terdege namaak is waardoor slechts onnoozelen zich laten foppen, 't geen nu juist niet zeggen wil dat het publiek van die heeren byzonder klein is.

't Verkoolde kaarspitje zakte in 't uitvloeiend sausje, danste met blauw geknetter. "Zoen dan nog effen vóór we na benejen gaan" , zei ze, 'm niet met 'r gitoogen loslatend.

En dan bij de lezing van De Moeder, van Singen ... Singen ...! van De Terugkeer welke criticus, die geen critiek-machine is geworden, zou niet zijn wijde aandoeningen van mede-lijden en mede-genieten de volle heerschappij over zich hebben gelaten.... Het is dan ook mede daaraan, dat de lezer het heeft te wijten, zoo hij hier het sausje missen moet, zonder 't welk het gerecht van een Buysse-bespreking door een kok van dèzen tijd, die op z'n goeden naam gesteld is, niet mag worden opgediend, het sausje, welks ingrediënten bestaan uit 'n paar lepels vaderlandsliefde van Buysse, liefst opgewogen tegen en goed vermengd met die van Streuvels benevens wat droppeltjes gòeie Hòllandsche azijn erover been.... Helaas, ik arme, ik kan er hem niet aan helpen.

Want hij kreeg daar voor zijn part te eten: drie borden erwtensoep met kluiven en varkensooren, er bij menigte in drijvende; toen een bruin-gebraden varkenscarbonade met lekker, wit vet er in flarden aan, gedompeld ineen sausje, om een dood mensch weer levend te maken; toen een geurig stuk kalfsvleesch, aan het spit gedraaid; en duiven en wilde eenden, malsch als 't jonge gras; enten laatste een rozig speenvarkentje, dat uit mekaar viel, als je er met je hand aan raakte.