United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mon ami! Uit het midden van een zonderling bonten optocht, die zich binnen het vierkant van een zeer groot tooneel heeft bewogen, trad August Helmond in een prachtig gewaad van parelgrijs satijn haar tegemoet. Hij boog de knie voor zijn Eva die zich de vroeger ontvangen prachtige kroon op de sierlijk golvende lokken heeft gezet, en ze reikt hem haar hand, waarop hij een teederen zoen drukt. En dan, van het rood fluweelen kussen 'twelk nogmaals die knaap alsof het Siebel uit de Faust ware haar met een kniebuiging kwam aanbieden, neemt ze een tweede kroon met fonkelend edelgesteente omzet, en ze drukt het kostbaar sieraad op het, voor haar neergebogen hoofd van den vriend. En een zeer hel licht blinkt weer eensklaps, en ze zegt: "Mon ami demain toujours!" Maar dat licht werd verblindend sterk; zij moest zich omwenden..... 't Was juist het oogenblik toen Helmond haar stem gehoord, en vluchtig haar oogen had gezien, en zij zich omwendde naar de donkere zij van het ledikant. En in den droom was het nu eensklaps een vuurrood licht 'twelk het helle en witte licht had vervangen. Ze kon nu de oogen beter geopend houden, en, hoe lang ze staarde dat weet ze niet, maar altijd en altijd weer zag ze daar een grijnzend satergezicht om den hoek van een geschilderden boomstam gluren; en dat wezen was geheel en al in 't rood en zwart gekleed; soms als een vleermuis, met een degen op zij; en uit zijn oogen bliksemden roode slangen; en het grijnsde akelig, en als zij de oogen neersloeg en naar den grond zag, dan vloog er een luik open in dien grond, en dan sloeg een roode vlam naar boven, en eensklaps was ook hij weder daar, hij met die roodzwarte kleeren en dien vleermuismantel, en hij zag haar scherp en altijd scherper aan, zoodat zij moest terugtreden. En eensklaps klinkt er een gillend krijschende muziek; en de zonderling bonte schaar van vrouwen en mannen zooals ze daar stonden, de mannen ter rechter- en de vrouwen ter linkerzijde van die geschilderde boomen ze vliegen nu eensklaps als dolzinnigen walsend en gillend dooreen; en hoe zij zich wendt en hoe zij zich keert, altijd staat dat wezen in het bloedroode licht, juist voor haar oog, nu eens lager en dan weer hooger; straks ten halve achter iets verscholen, en dan weer geheel en al zichtbaar, steeds met grijnzend sarrend gelaat, en terwijl het dan gillend zingt: Le veau d'or est encore debout, On encense Sa puissance, D'un bout du monde