United States or Marshall Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zijn dus thans volkomen op de hoogte van den aard der stof, die door de Chineesche en de hen navolgende, Europeesche fijnproevers verzwolgen wordt, als zij de beroemde Indische vogelnestjes eten. Minder goed zijn wij bekend met de overige levensverschijnselen der Salanganen. De uitvoerigste berichten zijn die, welke Junghuhn geeft in zijn beschrijving van de vogelnestgrot van Rongkob.

De zes Bandongsche holen leveren ieder jaar gemiddeld 13.520, bij elken pluk dus 3380 nesten; zij worden dus door minstens 6760 Vogels bewoond. Het aantal nesten, dat te Karang Bolong wordt ingezameld, bedraagt 500.000 per jaar; wanneer men deze over de drie pluktijden verdeelt, blijkt het, dat de grotten hier door meer dan 33.000 Salanganen bewoond moeten zijn. De Chineezen betalen voor het pikol (61 3/4 K.G.) 4

Veel gemakkelijker is het, een andere op Java inheemsche soort na te gaan, die daar Koesappie wordt genoemd; deze bouwt hare nesten op beter toegankelijke plaatsen, hetzij in de voorste, beter verlichte gedeelten der holen, die ook door de Salanganen bewoond worden, of ook wel op volkomen vrije plaatsen, onder overhellende rotswanden enz.

Van de vele andere, door koloniën van Salanganen bewoonde, door grootsche natuurverschijnselen en door een groote opbrengst van eetbare vogelnesten merkwaardige grotten van Java's steile zuidkust vermelden wij nog de negen grotten van Karang Bolong in de residentie Bagelén. Het bergstelsel is hier waarschijnlijk een uit elkaar geslagen vulkaan. Het dorp is op den kraterbodem gebouwd, de kammen en spitsen daaromheen zijn overblijfselen van den kraterwand. Aan de kust is het bergland 180 M. hoog en door den golfslag sterk uitgehold. Bij de Geda-grot ligt de rand van den kustmuur 25 M. boven den zeespiegel bij eb, daaronder is de muur binnenwaarts gebogen; op een hoogte van 8 M. boven de zee bevindt zich echter een uitstekende rotspunt, die langs een loodrecht van den rotsrand naar beneden hangende, van rotan vervaardigde ladder bereikt kan worden. Deze ladder bestaat uit twee zijdelingsche rotanstrengen, die door dwarshouten, op 50 c.M. afstand van elkander verwijderd, verbonden zijn. De bovenrand van den ingang van de grot is echter slechts 3 M. boven den zeespiegel gelegen, die ook bij eb de geheele oppervlakte van den bodem van de uitholling bedekt; bij vloed wordt, zooals reeds gezegd werd, de opening door iedere naar de kust rollende golf geheel gesloten. De inzamelaars van vogelnesten kunnen dus alleen bij eb, bij zeer stil weder en zeer lagen waterstand, in de grot doordringen. Dit zou echter ook dan onmogelijk zijn, indien het gewelf van de grot niet een menigte gaten bevatten en op grillige wijze door de golven was uitgeknaagd. In deze gaten, aan de meest uitstekende punten, houdt de sterkste en moedigste van de nestenplukkers, die het eerst naar binnen klautert, zich vast, terwijl hij aan hiervoor geschikte rotsspitsen rotanstrengen bindt, die 1 1/2

Behalve aan de zeekust worden ook in het binnenland van Java op verscheidene plaatsen grotten met nesten van Salanganen gevonden, o.a. in de kalksteengebergten van Bandong in de Preanger-regentschappen.

De berichten van de oudste en ervarenste nestenplukkers en eigen waarnemingen stelden Junghuhn in staat over het leven van de Salanganen het volgende mede te deelen: De Vogels bewonen de grotten ook buiten den broedtijd; zij vliegen echter, wanneer de zorgen voor hun kroost hen niet terughouden, iederen morgen bij zonsopgang uit.

"Aan den voet van den muur," zegt Junghuhn, "heeft de branding van de hier zeer diepe zee in den loop der tijden den kalksteen zoo diep uitgehold, dat het bovendeel van den rotswand een overhangend gewelf vormt. Hier houden de Salanganen zich op: groote zwermen van deze kleine Vogels ziet men af en aan vliegen, daar waar de branding het hevigst is en grotten in den kalksteen heeft uitgespoeld.

Nooit maken de Salanganen tweemaal van een nest gebruik; telkens als de tijd van eierenleggen nadert, bouwen zij een nieuw nest, hoewel zij hieraan een volle maand moeten werken. Het oude nest begint te rotten en valt af.

De jongen worden gegeten, de eieren weggeworpen; bij iederen oogst gaat dus de helft van het jonge gebroed verloren. Toch vermindert het aantal van de Salanganen niet; evenmin neemt het toe op de plaatsen, waar men ieder jaar slechts driemaal plukt en één broedsel geheel tot ontwikkeling laat komen.