United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hare hand trilde en het belangrijke hoofd rees op. De oogen van Doening toetsten de oogen van Vere. Hij stond recht. Hij was zeer aangedaan en zijn lippen beefden. Schielijk riep hij Reinildeken tot zijne hulp, en, nadat hij Reinildeken uit hare eendere zon, van heel verre, had zien opkomen, rilde en toegejurkt, herwon hij zijne kalme gebaren.

Hij bekeek Reinildeken zooals zij placht te staan, heel nietig en profijtig, tegen den grooten rooden avondhemel. En, blikkend op het roerlooze gelaat van de doode Mevrouw Verlat, herkende hij dat, in Vere, Reinildeken was groot geworden, dat zij, in Vere, had geleefd en geleden, dat hij haar, in Vere, met zwijgende liefde had ontvangen, en dat zij nu een tweede maal, in Vere, gestorven was.

Wie zal ooit weten, waarom hem zoo plots een broos beeld van licht door de hersens steeg en waarom hij Reinildeken herdacht, het verre en verleden Reinildeken, staande in zoete zon, nauw in haar spannend jurkje en kijkend met groot-ronde turkoos-oogen, het eendere, het altijd eendere en onveranderde, het nooit verminkte en verwende, het gelijke en dierbare Reinildeken?

En dat alzoo het leven was, dat de wereld niet instortte om zulk leven te dragen, Pastoor Doening begreep het. Dan, zich overgevend aan de stijgende aandoening die hem beklemmen kwam, keek hij zonder schaamte in de schaduwen van zijne eigen ziel. Met eene scherpe nauwkeurigheid zag hij het nauwe jakje van Reinildeken, gelijk zij het placht aan te doen.