United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op die drie tijdperken, die uit elkander voortvloeiden, is de organische toestand gevolgd, die weer het noodzakelijk gevolg was van het vorige tijdperk. Van den dag af, waarop de voorwaarden van het leven alle aanwezig waren, moest zich het protoplasma even zeker vormen als eene scheikundige verbinding het gevolg is van de voorwaarden, die haar bepalen.

De stof dient, terwijl zij zich op verschillende wijzen wijzigt, tot opbouwing der weefsels en der organen van alle levende wezens. Als de levende wezens sterven, dan ontleedt het protoplasma, en keert het terug tot de anorganische wereld, waaraan het ontleend was. De gevoeligheid is het uitgangspunt van het leven geweest.

Aan den oorsprong van het leven waren er planten noch dieren: er was alleen protoplasma, drijvend in het water, amoeben en protisten, de voorouders der dieren en der planten.

Op een bepaald tijdstip van hun leven trekken zij hunne kleine trilharen in, die hun voor de beweging en als grijporganen dienen, en veranderen zij in bolletjes. De buitenste laag dier bolletjes wordt taaier dan die van het protoplasma en vormt eene soort van omhulsel, waarbinnen het protoplasma zich verdeelt in een groot aantal kleine bolvormige massa's.

De eerste vorming van het protoplasma, ontstaan uit de vroegere scheikundige verbindingen, was tevens het begin van het leven. Er was toen noch ziel, noch gedachte. De gedachte is bij de lagere dieren, de insecten, en de eerste gewervelde dieren: visschen en kruipende dieren, ongetwijfeld het uitvloeisel geweest van de ontwikkeling der zintuigen.

Er was eene verbazende ontwikkeling noodig, eer bepaalde moneren, die hun geheele leven het omhulsel behielden, dat het protoplasma van enkele hunner tijdelijk beschermt, in staat geworden waren, om onmiddellijk van het water en de lucht, die meer of min met minerale stoffen bezwangerd waren, de grondstoffen voor hunnen bouw te verkrijgen.

Sedert de eerste vorming van het protoplasma is de hoeveelheid leven, het aantal en de verscheidenheid der levende wezens, steeds toegenomen.

Wij hebben niet meer alleen het oorspronkelijke protoplasma en de platen gelei, die in het water drijven, en de eenvoudige cellengroepen, de wieren en de ringwormen. De trilobieten hebben reeds eenen kop, eenen staart en waarschijnlijk pooten, de laatste echter tenger en dun, want zij zijn niet versteend; op den kop vindt men de sporen van oogen.

Daar bestaat het protoplasma uit afzonderlijke wezens, kleine min of meer bolvormige klonters, die van alle zijden omgeven zijn van vertakte en straalvormige trilharen en zich door deeling voortplanten, maar toch in koloniën vereenigd blijven door hunne vezels. Dit zijn de oorspronkelijke wezens. Het organische komt uit het anorganische voort.

Van den dag af, waarop zich de eerste hoeveelheid protoplasma gevormd heeft, heeft het leven iets aan de aarde toegevoegd, iets onweegbaars, maar toch eenen nieuwen vorm van werkzaamheid, iets wat de planeet voorheen niet bezat: het leven, het gevoel, en later de gedachte. De volmaking van het leven heeft voortdurend iets aan de natuur toegevoegd.