United States or Libya ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het gesprek vlotte heel goed, ofschoon de Sibaoe's in hun taal enkele afwijkende woorden bezaten, waarvan Kees niet dadelijk de beteekenis begreep. »Is Oelak het voornaamste dorp?" vroeg hij. »Neen, heer, het grootste dorp ligt verder naar het Oosten en heet Metoedjoe. Daar woont het voornaamste hoofd van onzen stam, Senawa genaamd." »Hoever is dat Metoedjoe hier vandaan?" »Vier dagen, heer."

Het scheen, alsof dat alles hem niets aanging. Nu begon Kees op zijn beurt zijn nieuwe kennissen te ondervragen over het land en zijn bewoners. De twee Dajaks waren uit een dorp, Oelak genaamd. Zij bevonden zich nu op de jacht en waren volgens hun zeggen twee dagen loopens van hun woonplaats verwijderd.

Na eenigen tijd konden ze weer op weg gaan. Enkele der Sibaoe's hadden zich bij hen aangesloten. Dien dag bereikten ze nog het dorp Oelak. Het was een groot huis, gelegen op een uitgestrekt ladang-veld. Om het huis was een stevige heining van boomstammen. In dit dorp werden de vreemdelingen vrij goed ontvangen, ofschoon ze aanvankelijk wel met argwanende oogen werden opgenomen.

Het is bij de Dajaks geen gewoonte het gastrecht te schenden. Alvorens zijn reis voort te zetten, besloot Kees een dag rust te houden in Oelak, ten einde van alle vermoeienissen en ontberingen te bekomen. Hij benutte dien tijd vooral door eens te praten met de Sibaoe's.