United States or Oman ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vogel neurt zijn liedje, het loover knikt en trilt... Ik hoor gebriesch van paarden en kreten, woest en wild. Zij komen trotsch en tergend, vol waan en overmoed; Zij gaan hun lansen ploffen in slecht en hondsch gebroed! Zij komen trotsch en talrijk; maar de onzen springen recht, En beuken met hun knodsen op edelman en knecht. Wat kerven, kneuzen, moorden met bijl en goedendag!

Lena, een boerenmeid die ruw behandeld wordt en enkel door den zoon des huizes beschermd, bemint hem zonder het te weten om zijn goedheid. Zij droomt op de heide, op een hoogen duin, waar ze in schaduw van kleine boomen den weg kan volgen, die door de vlakte slingert. Zij neurt een vreemde wijze waarvan ze niet weet, waar ze die heeft geleerd. Zij kent haar ouders niet.

Men zou zeggen, dat de zon het bedehuisje met welgevallen beschijnt; dat de wind eerbiedig liederen neurt in de kruinen der boomen. Op het hoogste van den berg, buiten het bosch, staat een houten kijktoren of «belvedereVoor vijftien centiemen mag men er op klimmen. Daar is het schoon bij helder weder; daar kan men, met eenen goeden verrekijker, zijne oogen naar hartelust verzadigen.

En de zonne, langzaam ten Westen neigende, werpt haar fijnste goud over heel het landschap. Achter het torentje, in de toppen der sparren, zingen de vogelen genoeglijk en tevreden... Ook de wandelaar is tevreden, en neurt den dichter na: o God, wat is uw schepping schoon, Wat zijn uw werken wonder! Wat is die hooge hemel blauw, Hoe groen het veld er onder!