United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog grooter tegenspoed had Munch met de tragedie Hertug Skule, die in 1864 het licht zag. Want het ongeluk wilde, dat kort te voren Ibsen's Kongsemnerne was verschenen, waarin dezelfde Skule de held was. De vergelijking was doodend; hiermee had het aanvoerderschap van Munch in de Noorweegsche letterkunde een einde.

Een historischen achtergrond heeft dit avontuur niet, en in het bekende karakter van koning Sverre is ook niets, dat aanleiding geeft, om hem zoo'n afgrijselijke meisjesgeschiedenis toe te dichten; het avontuur kon dan ook even goed met Andreas Munch gebeurd zijn als met koning Sverre. Maar door dezen historischen naam krijgt de sentimenteele fabel een historisch tintje.

Hij stierf in 1884 op 73-jarigen leeftijd. De jongere generatie liet Munch niet met rust. Reeds zijn aan de Engelsche geschiedenis ontleende tragedie William Russel werd, ofschoon het publiek verrukt was, door de kritiek met zeer gemengde gevoelens ontvangen. Het stuk wordt hier dus voorgesteld als de norm van het schoone bij een geslacht van geestelijke plebejers.

Toen nu drie keer achtereen het lot Anna Sybilla Münch met Wolfgang had vereenigd, meende de woordvoerder van de club dat de hemel had gesproken, en dat zij voortaan onscheidbaar waren. Inderdaad, Wolfgang mocht het meisje wel, en hij zondigde wel eens tegen de regelen der wellevendheid, door zich als haar minnaar aan te stellen.

Het is slechts uit de litteraire armoede van den tijd te verklaren, dat Munch een tiental jaren over den Noorschen parnassus een soort heerschappij oefende. In meer dan één genre had hij volstrekt niemand naast zich. Munch is echter oud geworden en heeft het ongeluk gehad, zijn roem te overleven, ofschoon hij tot het laatst is doorgegaan, het eene boek na het andere uit te geven.

De dichternamen uit dien tijd, Lyder Sagen, Johan Storm Munch, C.N. Schwach, Maurits Hansen en andere, zijn alle vergeten. Op zijn hoogst brengen zij het tot wat navolging van vreemde voorbeelden, Schiller, Øhlenschläger, de Duitsche romantici; iets origineels is er niet bij.

Hij heeft eene voorliefde voor oude vormen, en ofschoon hij de levende taal wil gebruiken, steunt hij niet alleen voornamelijk op die dialecten, die het meest van de oude taal bewaard hebben, dat zijn de Westlandsche dialecten, maar hij heeft ook een neiging tot archaïseeren, die voornamelijk is toe te schrijven aan den invloed van de groote autoriteit dier dagen, den historicus P.A. Munch.

Stijl ontleenen deze stukken aan Ibsen's studie van de sagalitteratuur. Zoo stamt bij voorbeeld de stof voor Munch's En Aften paa Giske uit Snorris Oláfs saga helga . Maar het was Munch alleen te doen om de fabel en om de nationale namen; de wijze, waarop de personen met elkander spreken, is die van den eigen tijd. Ibsen heeft den stijl der saga bestudeerd en zijn eigen stijl er naar gevormd.