United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij speelden met elkander, stonden rechtop en vatten elkander bij de armen aan. Nooit gaat deze Aap rechtop, tenzij wanneer hij zijne voorhanden gebruikt om zich aan hooger geplaatste takken vast te houden, of wanneer hij aangevallen wordt. Voorstellingen van Orangs, die steunend op een stok wandelen, zijn geheel denkbeeldig. "Voor den mensch schijnen de Majas niet zeer bevreesd te zijn.

De voorste van hen beproefde het dier met zijn speer te doorboren, maar werd door de handen van den Majas gegrepen, die in 't zelfde oogenblik den arm van dezen man in den bek nam en de tanden in de spieren boven den elleboog sloeg, deze op vreeselijke wijze verwondend en verscheurend.

Een ander opperhoofd vertelde mij: "De Majas heeft geen vijanden; geen dier durft hem aanvallen, behalve de Krokodil en de Python. De Krokodil bezwijkt altijd in dezen strijd. Als een Python een Majas aanvalt, grijpt deze hem met zijne handen, bijt hem en maakt hem spoedig van kant." "Bij uitzondering gebeurt het wel eens, dat een Orang-Oetan met menschen strijdt.

Eens kwamen eenige Dajaks mij vertellen, dat een Majas den vorigen dag een van hunne kameraads bijna gedood had. Eenige mijlen stroomafwaarts staat aan den oever het huis van een Dajak; de bewoners zagen een grooten Orang-Oetan, die zich aan de jonge spruiten van een palm aan den waterkant te goed deed.

Een Dajaksch hoofd, die zijn geheele leven had doorgebracht in streken waar de Majas veelvuldig voorkomt, zeide mij: "Geen dier is sterk genoeg om den Majas kwaad te doen, het eenige, waarmede hij ooit in strijd geraakt, is de Krokodil.

Hij gaat van boomtop tot boomtop, zonder ooit in de noodzakelijkheid te verkeeren op den bodem af te dalen. De hooge en droge gewesten, waar meer boomlooze en met laag houtgewas van jongeren oorsprong bedekte plekken gevonden worden, zijn wel voor menschen geschikt, maar niet voor de eigenaardige wijze waarop de Majas zich voortbeweegt, die hier bovendien aan meer gevaren blootgesteld zou zijn.

Ik zag nooit twee volwassen Orangs bij elkander, maar zoowel mannetjes als wijfjes worden soms vergezeld door half-volwassen jongen. "De Dajaks zeggen, dat de Majas nooit door eenig dier in het woud wordt aangevallen. Zij maken echter melding van twee zelden voorkomende uitzonderingen op dezen regel.

"Het is een vreemd en belangwekkend gezicht, den Majas gade te slaan, terwijl hij op zijn gemak door de bosschen voortschrijdt. Hij wandelt gerust op een dikken, tak in de half opgerichte houding, die hij, wegens de groote lengte zijner armen en de kortheid zijner beenen, genoodzaakt is aan te nemen; evenals de reeds genoemde Antropoïden, loopt hij op de knokkels en niet op de zool, zooals wij. Hij kiest, naar het schijnt, altijd die boomen uit, welker takken zich uitstrekken tot aan die van de naastbij staande boomen. Als hij het punt bereikt heeft, dat voor den overgang het meest geschikt is, strekt hij zijne lange armen uit, grijpt met beide handen de twijgen die hij voor zich ziet, beproeft, naar het schijnt, hunne stevigheid, en gaat nu met een behoedzamen zwaai op een tak van den anderen boom over, waarlangs hij als op den vorigen voortschrijdt. Nooit doet hij hierbij een sprong; het schijnt, dat hij zich nooit haast, en toch weet hij zich bijna even snel voort te bewegen, als een mensch op den grond beneden hem loopen kan." Op een andere plaats van Wallace's werk vindt men de verzekering, dat een Orang-Oetan in den tijd van een uur gemakkelijk 8

Als er geen vruchten zijn in het bosch, gaat hij voedsel zoeken op den oever der rivier, waar hij een menigte jonge loten vindt, waarvan hij houdt, en vruchten die aan den waterkant groeien. Dan beproeft soms een Krokodil hem beet te pakken, maar de Majas weet op zijn rug te komen, beukt hem met handen en voeten, scheurt hem vaneen en doodt hem."