United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen Aernout van der Dussen in 1482 overleden was, werd hy opgevolgd door Heer Maximiliaen van Eynatten, die er tot in 1503 zijn ambt bekleedde, om het toen, als zoo menig een zijner voorgangers, met dat van Landkommandeur van Aldenbiesen te verwisselen. Zy schijnen, niettegenstaande de klimmende onrust der tijden, zonder stoornis bestuurd te hebben.

De Landkommandeur Johan van Hoenhorst verwisselde het in 1328 tegen andere goederen te Thiel, toebehoorende aan de Kanunniken van de St. Walburgskerk aldaar, die zich vervolgends te Aernhem neêrsloegen, en de St. Walburg aan de Orde schonken, waarop de Landkommandeur het huis te Hemert deed afbreken, en een nieuw gebouw by gemelde kerk binnen Thiel oprichten. Jongebiesen, te Maestricht; 2.

Blijkends eene aanteekening in het pastoreele register der gemeente, kocht hy de moerige Peellanden van Gemert van den Brabantschen Hertog Filips, en gaf ze vervolgends voor een pacht van 61 karolusguldens aan de ingezetenen weder uit. Daarna benoemd tot Landkommandeur van Aldenbiesen, werd hy in de kommandery van Gemert opgevolgd door Heer Henric van Eynatten.

Eerst in 1770 vinden wy Gemert dan weder bezet, en wel door Nicolaes Bernhard de Borggrave, die in 1777 werd opgevolgd door den Baron van Plettenberg. Deze moest zijn plaats later weder afstaan aan den Landkommandeur van Aldenbiesen, Baron Frans Jozef Nepomuc Fidelis van Reisschag, onder wiens bestuur werd aangevangen met het bouwen van een schoonen toren, aan de westzijde der kerk.

De Grootmeester daarentegen beweerde, dat Gemert niet in Peelland geënclaveerd was, en vestigde deze stelling op het volgende: »Gemert grensde aan het land van Ravesteyn, aan het opperkwartier van Gelderland, en aan Spaansch-Brabant. De Landkommandeur Johan van Cortenbach had, als gemachtigde van den Grootmeester, in 1421 aan de ingezetenen van Gemert zekere gemeente- en peelvelden verkocht.

Zoodra deze handelingen den Landkommandeur waren kenbaar geworden, bracht hy terstond zijne klachten in by den toenmaligen Grootmeester der Orde, den Aarts-Hertog Leopold van Oostenrijk, die zonder eenig vertoef zijn Licentiaat Verheye naar 's Gravenhage zond, om de kommandery te rug te eischen.

De Landkommandeur van Aldenbiesen, Damian Hugo, Graaf van Schönborn, Kardinaal-Bisschop van Spiers en Constans, beheerde zoo lang de kommandery; en onder zijn toezicht werd in 1740 alles weder in goeden staat gebracht, en zelfs, in den smakeloozen stijl der achttiende eeuw, zoogenaamd opgecierd.

De Landkommandeur der Orde had er in het jaar 1613 een vrije jaarmarkt opgericht.

In 1365 deed de Landkommandeur Henric van Alckemade, met toestemming van Graaf-Hertog Aelbrecht, het huis ten Hofdijc afbreken, en een ander by de kerk van Maesland oprichten. De goederen aan den Hofdijk werden aan de landkommandery gehecht, en de Ridders mede derwaart verplaatst. Sedert stond de kommandery van Maesland op zich-zelf.

Een Edelman uit Hollands oudst geslacht voerde daarna te Gemert den staf: Baron Hendrik van Wassenaer, zoon van Johan van Wassenaer en Maria van Erckel. Reeds Kommandeur van Gruytrode, verwisselde hy die kommandery, na Wirmundts dood, met Gemert, van waar hy in 1690 naar Aldenbiesen vertrok, om daar de waardigheid van Landkommandeur te aanvaarden.