United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Buiten de oude stad met het hooge kasteel van Jeanne d'Albret en Henri de Béarn, dat ik dikwijls heb doorwandeld, buiten de stad ken ik alle wegen, alle heuvelklingen, alle ravijnen. Wij zijn hier in den vollen zomer. De goudblonde maïsoogst staat al te rijpen in het dal.

»Maar de schrille platanen met hunne glimmende bladeren brengen mij weer terug naar de Pyrenaeën. De heuvelklingen golven hooger en hooger, de hemelsblauwe tint gaat langzaam over in een zacht violet. Eindelijk zie ik met een nauwelijks te bespeuren omtrek »~le Pic du Ger~"...." André wordt gestoord in zijne lezing.

Rondom een middelpunt met naar alle zijden zich rekkende uitloopers van gebergte, brengen, van buitenaf de zee, van binnen uit de groote stroomen, zand, slib en moerasgrond aan. Het zuidelijke deel van het eiland, het stroomgebied van de beneden-Barito, ligt als een diepe, vlakke driehoek tusschen heuvelklingen, die van het Noordelijk bergland uit naar Zuid-West en Zuid-Oost loopen.

Eensklaps opent zich een paradijs van groen en ruischende wateren; van onder tot boven is de berg met bosch bedekt; overal beuren zich de schilderachtige toppen op, ontplooien zich groenende en bloeiende amphitheaters, teekenen zich tegen den hemel de sierlijk golvende lijnen der heuvelklingen; en beneden in de diepte ontrolt zich eene heerlijke vallei, waaruit de muziek van watervalletjes opstijgt, met bloemperken, bosschages, coquette villa's en châlets, overal tusschen het groen verspreid.

Een der zijtakken van de Alpen loopt in zuidoostelijke richting van Krain tot nabij Griekenland, scheidt het bekken van de Adriatische-zee van het stroomgebied van den Donau on de Zwarte-zee, en sluit zich ten zuiden aan de gebergten van Epirus aan. De van dezen bergrug uitgaande zijtakken en heuvelklingen, die naar het zuiden en zuidwesten loopen, vormen de bergen van Dalmatië.

Tusschen Sclaigneaux en Andenne heerschte de industrie: rookwolken en nevels omhulden de groene heuvelklingen; overal vertoonden de rotswanden de wijd gapende wonden der steengroeven. Maar weldra week het geklop der hamers, het gestamp der machines, het gegons der bezige menigte op den achtergrond.

Die ernstige, strenge lijnen moeten zich afteekenen tegen den helderen, lichtenden, blauwen hemel, klaar als kristal; de zon moet haar warmen stralengloed, haar wondere kleurenpracht uitgieten over die naakte, grijze rotsen en heuvelklingen, zoo arm aan groen en lommer.

De Inlanders die aan de stopplaatsen langs de lijn wachten, de jonge meisjes vooral, hebben een roodachtigen schijn door het bruin der wangen spelen. Fort de Kock ligt binnen een krans van bergen, Merapi, Singalang, Sago, Ophir, en de tallooze lagere kruinen en deinende heuvelklingen, die groen en bruin golven tusschen het blinkende blauw dier steile toppen.

Telkens rijst voor oogen, die zoeken wat de gedachte weet dat te vinden is, de verbergende wand op van heuvelklingen en steilen berg. Wie daar boven uit kon stijgen! Wie neer kon kijken op Djokja van de ruime hoogten uit, waar de sperwer spiedend drijft!

En nevens dezen rijkdom van boomen, roemt Japan op een niet minder grooten schat van heesters en bloemen: bloemen overal, bloemen in de velden en langs de wegen, bloemen op de heuvelklingen en aan de boorden der snelvlietende wateren; bloemen in schier iedere woning, in iederen kleinen vriendelijken hof. In waarheid, Japan is een schoon land.