United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


De Gibbons vormen het soortenrijkste geslacht van de Mensch-apen; men kent er niet minder dan zeven soorten van. Allen zijn bewoners van Azië, en behooren uitsluitend thuis in Voor- en Achter-Indië en op de Groote Soenda-eilanden: Sumatra, Java en Borneo. Deze Apen bereiken een vrij aanzienlijke grootte, ofschoon geen enkele van hen meer dan 1 M. hoog wordt.

Aan den achtersten waren kies hebben zij vijf knobbels; hun geraamte herinnert door zijne slanke vormen aan dat van de Gibbons. Aan de handen komen lange vingers voor, maar de duim van de voorhanden is klein, bij sommige zelfs rudimentair, voor 't grijpen ongeschikt, geworden.

Tot droefheid van de bemanning stierf dit dier nog voor zijn aankomst in Engeland. Zelden ziet men de Gibbons in gevangen staat, zelfs in hun vaderland. Zij kunnen het verlies van hun vrijheid niet verdragen, verlangen steeds naar hunne bosschen en spelen terug, en worden voortdurend stiller en treuriger, totdat zij eindelijk bezwijken.

De Gibbons op den grond zijn langzaam, onbeholpen, onbehagelijk kortom stumperachtig; tusschen de takken zijn zij juist het tegendeel van dit alles; men zou ze vogels in apengedaante kunnen noemen. De kunstverrichtingen van de Langarm-apen in de boomen worden door allen, die er getuige van geweest zijn, eenstemmig bewonderd.

Een dichte, dikwijls zijdeachtig zachte vacht bedekt hun lichaam; zijne hoofdkleuren zijn zwart, bruin, bruinachtig grijs en stroogeel. Alle Gibbons hebben een buitengewoon luide stem; vooral in de morgenuren schreeuwen zij veel. De grootste van deze is de Siamang, die een donkerzwart, zacht haarkleed heeft, en een keelzak, die bij het schreeuwen opzwelt en het geluid versterkt.

De kennis van de verschillende deelen van het geraamte van den mesopithecus leert ons, dat die aap den overgang vormt tusschen twee thans nog levende soorten, de semnopitheken en de gibbons; daarom heeft men ze ook mesopitheken genoemd . De ontdekking der anthropomorphe fossiele apen is men verschuldigd aan Gaudry.

Hunne roman-schrijvers Fielding, Smollet, Scott, Boz, Thackeray, hebben de wereld met hunne even leerrijke als onderhoudende voortbrengselen overstroomd, en hebben nevens hunne Shakespeare's, Gibbons en Macaulay's er het meeste toe bijgedragen, om de Engelsche taal, de Engelsche zeden en beschouwingen in het buitenland bekend en populair te maken.