United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De weekdieren zijn het best georganiseerd van alle evertebraten, d.w.z. het meest samengesteld en den visschen het naast bestaande. Ze vormen een rijkvertakte klasse als afsluiting der ongewervelde dieren, bij uitstek van de overige onderscheiden doordat het zenuwstelsel noch uit een ruggemerg noch uit een ganglieketen bestaat.

Daar nu het skelet een voornaam aandeel neemt in het bouwplan van het menschelijk lichaam, zoo is het duidelijk, dat elk dier mèt geraamte beter georganiseerd is dan zonder. Dus zijn de evertebraten onvolkomener dan de vertebraten.

Zoo geef ik al meerdere jaren college over de evertebraten, waarbij ik altijd van het min- tot het méér-samengestelde schrijd.

Bij de vertebraten vallen de hersenen gaandeweg af, en naarmate hun inhoud vermindert gedijt het ruggemerg en schijnt hun plaats in te nemen. Bij de weekdieren de eerste klasse der evertebraten bestaan de hersenen nog, maar geen ruggemerg of ganglieketen; door de weinige gangliën schijnen de zenuwen volstrekt niet knoopig.

Het vorige jaar bij mijn colleges van 1807 heb ik ten slotte een nieuwe, tiende klasse van evertebraten ingesteld, die der infusoria, omdat ik mij na een gedegen onderzoek dezer lagere dieren overtuigd heb, dat ik ze ten onrechte onder de polypen gerangschikt had.

Het is dus duidelijk, dat de ongewervelde dieren alle primitiever georganiseerd zijn, dan de gewervelde, met de zoogdieren, als de meest-typische, aan den top. Laat ons thans eens nagaan, of de klassen en groote families, waarin de lange rij der evertebraten ingedeeld wordt, eveneens een trapsgewijze afklimming aan kan wijzen in samenstelling en volmaking van organisatie.

Zoolang dan ook het belang der wetenschap voorop zal staan, zal men niet buiten hun erkenning kunnen. Als men derhalve bij de tien klassen der evertebraten de vier der vertebraten van Linné voegt, krijgt men als indeeling van alle bekende dieren de volgende veertien klassen, die ik nog eens in omgekeerde volgorde zal opsommen: Gewervelde dieren. Zoogdieren. 2. Vogels. 3. Kruipende dieren. 4.

Met de bedoeling, hierin eenige nuttige hervorming aan te brengen, stelde ik op mijn eersten cursus de volgende indeeling voor van de evertebraten, die ik inplaats van in twee, in vijf klassen onderscheidde, in deze volgorde: 1e. Mollusca. 2e. Insecta. 3e. Vermes. 4e. Echinodermata. 5e. Polypi.

Inderdaad moet het onderzoek van de ongewervelden den natuurkenner wel bijzonderlijk interesseeren, 1e. omdat de soorten dezer dieren veel talrijker zijn dan van de gewervelden; 2e. omdat ze daardoor meer gevarieerd zijn; 3e. wijl die variaties in samenstelling veel grooter, ingrijpender en eigenaardig zijn; 4e. omdat de weg, dien de natuur volgt om successievelijk de verschillende dierlijke organen te vormen veel duidelijker uitgedrukt is in de mutaties, die zij ondergaan bij de evertebraten en we daardoor veel beter het ontstaan zelf van de organisatie, de oorzaak van hun samenstelling en ontwikkeling kunnen begrijpen, dan door alle beschouwing van de meer volkomen dieren, zooals de gewervelde.

Slechts met de arachniden vertoonen zij een zekere overeenkomst en inderdaad zijn beide groepen, in het algemeen gesproken, de eenige evertebraten, die in de atmospherische lucht leven; nochtans vertoont geen enkele spin vlieg-vermogen of metamorphosen.